Douwe de Haan

Arbeidsjurist

Veel uitzendorganisaties werven en selecteren potentiële werknemers voor hun opdrachtgevers. Als de werknemer rechtstreeks bij de opdrachtgever in dienst treedt, wordt een vergoeding in rekening gebracht voor de verrichte werkzaamheden. Artikel 9a van de Waadi biedt daarvoor de wettelijke basis.  

In deze blog gaan we in op verschillende aandachtspunten bij deze vorm van dienstverlening. Concrete aanleiding hiervoor is een uitspraak van de Rechtbank Gelderland van eerder deze maand. De rechtbank deed uitspraak in een zaak waarin de uitzendorganisatie meerdere juridische steken had laten vallen. Dat kwam hen duur te staan…  

Schets van de situatie 

De casus waarin de Rechtbank Gelderland uitspraak deed is in grote lijnen als volgt. Een logistiek dienstverlener vermeldt op haar website een vacature. Naar aanleiding daarvan stuurt een intercedent van een uitzendorganisatie een bericht met de mededeling een passende kandidaat beschikbaar te hebben. Er is nog niet eerder sprake geweest van een samenwerking tussen de logistiek dienstverlener en de uitzendorganisatie. De logistiek dienstverlener reageert met de mededeling interesse te hebben en graag meer te horen. Enkele dagen later stuurt de intercedent het CV van de kandidaat en (een paar minuten daarna) een concept samenwerkingsovereenkomst. Telefonisch laat de logistiek dienstverlener weten geen interesse te hebben in de diensten van de uitzendorganisatie.  

Zo’n twee maanden later verneemt de uitzendorganisatie dat de kandidaat rechtstreeks in dienst is getreden bij de logistiek dienstverlener. De uitzendorganisatie stuurt daarop twee facturen, één voor de boete die is opgenomen in de algemene voorwaarden (20.000 euro excl. btw) en één voor de bemiddelingsfee (11.656 euro excl. btw). De logistiek dienstverlener weigert de facturen te betalen, waarna de uitzendorganisatie een procedure start.  

Argumenten uitzendorganisatie 

In de procedure vordert de uitzendorganisatie betaling van de twee openstaande facturen, wettelijke rente, vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten (ruim 5.000 euro) en de proceskosten. De uitzendorganisatie draagt meerdere argumenten aan op basis waarvan de logistiek dienstverlener veroordeelt zou moeten worden tot betaling:  

Oordeel rechtbank 

De rechtbank veegt alle argumenten van de uitzendorganisatie van tafel. Tussen partijen is schriftelijk noch mondeling overeenstemming bereikt over de hoofdzaken van de samenwerking. Ook de stelling dat de logistiek dienstverlener ongerechtvaardigd verrijkt is, wordt door de rechtbank gepasseerd: als er al spraken zou zijn van verrijking van de logistieke dienstverlener én er al sprake zou zijn van verarming van de uitzendorganisatie, dan is het naar het oordeel van de rechtbank niet redelijk dat de logistieke dienstverlener de schade van de uitzendorganisatie moet vergoeden. De uitzendorganisatie heeft een eventuele verarming immers aan zichzelf te wijten door op eigen initiatief een dienst te verlenen zonder daartoe vooraf een opdracht te krijgen. Het risico dat de uitzendorganisatie genomen heeft door eerst de kandidaat aan te bieden en vervolgens te proberen een overeenkomst te sluiten komt geheel voor rekening en risico van de uitzendorganisatie.  

Hoe moet het dan wel? 

Om betaling van facturen af te kunnen dwingen is het voor uitzendorganisaties vereist om aan te kunnen tonen dat er sprake is van een overeenkomst met de opdrachtgever. Let daarbij in ieder geval op het volgende:  

Vragen naar aanleiding van bovenstaande informatie? Dan kun je natuurlijk altijd contact opnemen met je contactpersoon bij Florys. Natuurlijk kun je ook bellen met ons algemene nummer 0184-208208 of een mail sturen naar info@florys.nl