Onlangs is de nieuwe nieuwsbrief Loonheffingen 2018 door de Belastingdienst gepubliceerd. Deze bevat een aantal belangrijke wijzigingen, onder andere over de verschillende loonkostenvoordelen voor werkgevers. In dit bericht informeren we u over de belangrijkste wijzigingen.
Verval premiekortingen
Per 1 januari 2018 komen de premiekortingen arbeidsgehandicapte werknemer, oudere werknemer en jongere werknemer te vervallen. Premiekortingen over 2017 kunnen tot en met 1 mei 2018 worden aangevraagd. Voor de jaren vóór 2017 geldt een terugwerkende kracht van 5 jaar (de reguliere correctietermijn van de Belastingdienst). Het loont wellicht de moeite om uw loonadministratie van de afgelopen jaren nog eens tegen het licht te houden.
Overgangsregeling
Voor de premiekorting oudere werknemer en de premiekorting arbeidsgehandicapte werknemer wordt een overgangsregeling ingesteld. Wordt er in 2017 al gebruik gemaakt van deze premiekorting, dan heeft u vanaf 1 januari 2018 recht op één van de nieuwe loonkostenvoordelen voor de resterende tijd dat u recht zou hebben op premiekorting.
Hiervoor gelden 3 voorwaarden:
- In de aangifte over het laatste loontijdvak over 2017 moet worden aangeven dat u voor de werknemer ouderenkorting of arbeidsgehandicaptenkorting toepast.
- In deze aangifte moet ook het bedrag aan premiekorting genoemd zijn.
- In de aangifte van 2018 moet aangegeven worden of u één of meer loonkostenvoordelen voor deze werknemer wilt aanvragen.
Loonkostenvoordelen werkgevers
Met ingang van 1 januari 2018 zijn er nog 4 loonkostenvoordelen voor werkgevers:
- loonkostenvoordeel voor arbeidsgehandicapten werknemers
- loonkostenvoordeel voor oudere werknemers
- loonkostenvoordeel voor de doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden
- loonkostenvoordeel voor het herplaatsen van een arbeidsgehandicapte werknemer
Voor elk loonkostenvoordeel gelden de voorwaarden dat de werknemer verzekerd is voor de werknemersverzekeringen en dat de werknemer de AOW-leeftijd nog niet heeft bereikt. Daarnaast gelden per loonkostenvoordeel enkele aanvullende voorwaarden.
U heeft recht op loonkostenvoordeel voor oudere werknemers als uw werknemer:
- 56 jaar of ouder is op het moment dat hij bij u in dienst treedt;
- niet bij u in dienst was in de 6 maanden voordat u hem aanneemt;
- in de kalendermaand voordat hij bij u in dienst treedt recht heeft op een van de volgende uitkeringen:
- werkloosheidsuitkering
- arbeidsongeschiktheidsuitkering
- inkomensondersteuning Wet Wajong
- bijstandsuitkering
- Het loonkostenvoordeel voor oudere werknemers is maximaal € 6.000 per jaar en mag 3 jaren achter elkaar aangevraagd worden.
U heeft recht op loonkostenvoordeel voor een arbeidsgehandicapte werknemer als:
- uw werknemer niet bij u in dienst was in de 6 maanden voordat u hem aanneemt;
- uw werknemer in de kalendermaand voordat hij bij u in dienst treedt recht heeft op een WIA uitkering;
- het UWV in een arbeidskundig onderzoek onder andere heeft vastgesteld dat uw werknemer op de eerste dag na afloop van de wachttijd van de WIA voor minder dan 35% arbeidsongeschikt was.
Het loonkostenvoordeel voor een arbeidsgehandicapte werknemer is maximaal € 6.000 per jaar en mag 3 jaren achter elkaar aangevraagd worden.
U heeft recht op loonkostenvoordeel voor de doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden als uw werknemer:
- niet bij u in dienst was in de 6 maanden voordat u hem aanneemt;
- in de kalendermaand voordat hij in dienst treedt voldoet aan één van de volgende voorwaarden:
- Hij heeft recht op een uitkering of ondersteuning op grond van de Wet Wajong.
- Hij heeft een WSW indicatie.
- Hij is volgens het UWV niet in staat 100% van het wettelijk minimumloon te verdienen en wordt onder verantwoordelijkheid van de gemeente naar werk begeleid.
- Hij is in het doelgroepregister voor de banenafspraak opgenomen met een indicatie als arbeidsbeperkte.
- Hij heeft een Wiw-baan.
- Hij behoort niet tot de doelgroep banenafspraak, hij heeft door een ziekte of gebrek problemen gehad bij het volgen van onderwijs en hij komt binnen 5 jaar na afronding van dat onderwijs bij u in dienst.
- Het loonkostenvoordeel voor de doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden is maximaal € 2.000 per jaar en mag 3 jaren na elkaar aangevraagd worden.
U heeft recht op loonkostenvoordeel voor het herplaatsen van een arbeidsgehandicapte werknemer als uw werknemer in de kalendermaand voor de herplaatsing recht had op een WIA-uitkering. Het loonkostenvoordeel voor het herplaatsen van een arbeidsgehandicapte werknemer is maximaal € 6.000 per jaar en mag voor 1 jaar aangevraagd worden.
Overige voorwaarden
Voor al deze loonkostenvoordelen geldt dat in de loonaangifte wordt aangegeven dat u het loonkostenvoordeel voor de werknemer wil aanvragen. Tevens is een doelgroepverklaring vereist. Op het moment dat de dienstbetrekking van de werknemer op grond van de Wet sociale werkvoorziening volledig is gesubsidieerd, bestaat er geen recht op loonkostenvoordeel. Er is geen samenloop van de verschillende loonkostensubsidies toegestaan. U kunt ze allemaal tegelijk aanvragen; het loonkostenvoordeel met het hoogste voordeel wordt toegepast.
Jeugd-LIV
Nieuw per 1 januari 2018 is het ‘jeugd-LIV’, een jaarlijkse tegemoetkoming voor werkgevers op grond van de Wet tegemoetkomingen loondomein. Deze nieuwe tegemoetkoming komt er, omdat er wijzigingen zijn geweest in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, waardoor de loonkosten voor jongeren zijn toegenomen.
Om in aanmerking te komen voor het jeugd-LIV moet de werknemer verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen. Ook moet de werknemer een gemiddeld uurloon verdienen wat behoort bij het wettelijk minimum jeugdloon voor zijn leeftijd. De werknemer moet op 31 december 2017 18, 19, 20 of 21 jaar oud zijn.
De hoogte van de tegemoetkoming verschilt per leeftijd:
- 18 jaar: € 478,40 per jaar
- 19 jaar: € 582,40 per jaar
- 20 jaar: € 2.121,60 per jaar
- 21 jaar: € 3.286,40 per jaar
Uit de aangifte zal blijken of er recht bestaat op deze tegemoetkoming. Er hoeft verder niets extra’s te worden aangegeven.
De uitbetaling van de loonkostenvoordelen en het Jeugd-LIV over het jaar 2018 gaat als volgt:
- Voor 15 maart 2019 maakt het UWV een voorlopige berekening van de loonkostenvoordelen waar u als werkgever recht op heeft. De berekening is gebaseerd op de aangiften en correcties over 2018 die tot en met 31 januari 2019 gedaan zijn.
- Tot en met 1 mei 2019 kunnen correcties over 2018 worden ingediend. Deze worden meegenomen in de definitieve berekening van het loonkostenvoordeel.
- Voor 1 augustus 2019 stuurt de Belastingdienst de definitieve berekening van de loonkostenvoordelen aan de werkgever toe.
- Uiterlijk op 12 september 2019 wordt het loonkostenvoordeel door de Belastingdienst uitbetaald.
Bron: Belastingdienst