Advies Raad van State bij Wetsvoorstel invoering rouwverlof

November 15, 2024

Op 28 oktober 2024 heeft de Raad van State advies uitgebracht over het initiatiefwetsvoorstel voor de invoering van betaald rouwverlof. Dit wetsvoorstel, ingediend door Tweede Kamerleden Stoffer (SGP), Inge van Dijk (CDA) en Ceder (ChristenUnie), beoogt een wettelijk recht op betaald verlof te creëren voor werknemers die een partner of minderjarig kind verliezen. 


Inhoud van het wetsvoorstel 

Het wetsvoorstel introduceert een recht op betaald rouwverlof voor werknemers met een gezin met minderjarige kinderen waarvan een partner of kind is overleden. Het verlof bedraagt minimaal één keer de arbeidsduur per week, wat neerkomt op vijf werkdagen bij een fulltime dienstverband. Werknemers kunnen dit verlof flexibel opnemen vanaf de dag van de uitvaart tot één jaar na het overlijden. 

De initiatiefnemers hopen hiermee langdurig ziekteverzuim te verminderen en de terugkeer naar de werkvloer te bevorderen. Daarnaast willen zij het gesprek over rouwverlof tussen werkgever en werknemer stimuleren. 

 

Advies van de Raad van State 

De Raad van State erkent enerzijds de behoefte aan een regeling voor rouwverlof en begrijpt de intentie achter het wetsvoorstel. Anderzijds plaatst de Raad enkele kritische kanttekeningen bij het voorstel. Zo wijst de Raad op de toenemende complexiteit van het verlofstelsel door de invoering van deze nieuwe regeling. Dit staat haaks op het advies van de Sociaal-Economische Raad (SER) om het verlofstelsel te vereenvoudigen. De Raad adviseert de initiatiefnemers om in de toelichting op deze spanning in te gaan. Ook merkt de Raad op dat het wetsvoorstel het recht op rouwverlof beperkt tot werknemers met minderjarige kinderen waarvan een partner of kind is overleden. De Raad van State mist een afdoende rechtvaardiging voor deze afbakening en wijst erop dat rouw ook in andere situaties een grote impact kan hebben. De Raad adviseert de initiatiefnemers om de gekozen afbakening beter te motiveren of te heroverwegen. 

Tot slot plaatst de Raad vraagtekens bij de noodzaak van een wettelijk vastgelegde minimumnorm voor de verlofduur. Hoewel het belang van rouwverlof breed wordt erkend, vraagt rouwverlof om maatwerk. De Raad vreest dat een minimumnorm de flexibiliteit kan beperken en adviseert de initiatiefnemers om de noodzaak en effectiviteit van deze norm beter te motiveren of te heroverwegen. 

 

Afrondend  

Het initiatiefwetsvoorstel voor de invoering van betaald rouwverlof speelt in op een duidelijke behoefte en kan bijdragen aan het welzijn van werknemers die een naaste verliezen. De kritische kanttekeningen van de Raad van State benadrukken de noodzaak om het voorstel verder te verfijnen en beter te motiveren. Het is nu aan de initiatiefnemers om deze adviezen ter harte te nemen en het wetsvoorstel aan te passen, zodat het zowel effectief als werkbaar is voor alle betrokken partijen. De volgende stap in het wetgevingsproces is de indiening van het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer. Dat volgt naar verwachting in de loop van 2025. 

 

Als je naar aanleiding van bovenstaande informatie vragen hebt, kun je contact opnemen met je contactpersoon bij Florys. Je kunt ook bellen met ons algemene nummer 0184-208208 of een e-mail sturen naar info@florys.nl.  


Meer weten over dit onderwerp? Neem contact op via onderstaande knop

Contact
April 17, 2025
Op 6 april 2025 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in een geschil tussen een ex-werknemer en zijn voormalige werkgever over de verplichtingen van de werkgever tijdens de re-integratie van de ex-werknemer vanuit de Ziektewet. In dit artikel informeren we je over deze uitspraak. Samenvatting van de uitspraak De kern van de uitspraak is dat de werkgever niet verplicht is om een nieuwe arbeidsovereenkomst aan te bieden aan een ex-werknemer die re-integreert vanuit de Ziektewet. Het hof oordeelde dat de verplichtingen van de werkgever, die eigenrisicodrager was voor de Ziektewet, zich beperken tot het ondersteunen van de re-integratie binnen de mogelijkheden van het bedrijf, maar dat dit niet inhoudt dat er een nieuwe arbeidsovereenkomst moet worden aangeboden. Belangrijke punten uit de uitspraak Re-integratieverplichtingen: De werkgever moet zich inspannen om de re-integratie van de ex-werknemer te ondersteunen, bijvoorbeeld door passende werkzaamheden aan te bieden binnen het bedrijf of door samen te werken met een re-integratiebedrijf. Dit betekent dat de werkgever actief moet zoeken naar mogelijkheden om de ex-werknemer weer aan het werk te krijgen. Geen verplichting tot nieuwe arbeidsovereenkomst: Het hof maakte duidelijk dat er geen wettelijke verplichting bestaat voor de werkgever om een nieuwe arbeidsovereenkomst aan te bieden aan een ex-werknemer die vanuit de Ziektewet re-integreert. Het hof merkt in dat verband op dat de Ziektewetuitkering niet aangemerkt wordt als ‘loon’, zodat aan één van de drie voorwaarden voor het aannemen van een arbeidsovereenkomst niet is voldaan. De werkgever moet wel meewerken aan de re-integratie, maar dit kan ook betekenen dat de ex-werknemer elders passend werk moet zoeken. Dit aspect van de uitspraak is van groot belang voor werkgevers die eigenrisicodrager zijn voor de Ziektewet, omdat het duidelijk maakt dat hun verplichtingen beperkt zijn tot het faciliteren van de re-integratie, zonder dat zij verplicht zijn om een nieuwe arbeidsovereenkomst aan te gaan. Rechten en plichten van de werknemer: De ex-werknemer heeft de plicht om actief mee te werken aan zijn re-integratie en passende werkzaamheden te accepteren, zowel binnen als buiten het bedrijf. Dit betekent dat de werknemer niet alleen afhankelijk is van de inspanningen van de werkgever, maar ook zelf verantwoordelijkheid moet nemen voor zijn re-integratieproces. Het hof benadrukte dat de werknemer moet meewerken aan het vinden van passend werk, wat kan betekenen dat hij werk buiten het bedrijf moet accepteren als er binnen het bedrijf geen passende werkzaamheden beschikbaar zijn.  Als je naar aanleiding van bovenstaande informatie vragen hebt, kun je contact opnemen met je contactpersoon bij Florys. Je kunt ook bellen met ons algemene nummer 0184-208208 of een e-mail sturen naar info@florys.nl .
April 17, 2025
Eerder deze maand heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel 'Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten' (Wtta) aangenomen. Dit wetsvoorstel introduceert een toelatingsstelsel voor uitzendbureaus en andere bedrijven die arbeidskrachten ter beschikking stellen. In dit bericht vind je een overzicht van de belangrijkste punten van de wet en de vervolgstappen in het wetgevingstraject. Inhoud van de Wet Wtta Na invoering van de Wtta mogen uitleners alleen op de markt opereren als zij daartoe zijn toegelaten. Dit betekent dat uitzendbureaus en andere bedrijven die arbeidskrachten ter beschikking stellen, moeten voldoen aan bepaalde voorwaarden, zoals het indienen van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG), het betalen van een waarborgsom en het aantonen dat zij het juiste loon betalen. De Arbeidsinspectie zal toezicht houden op de naleving van de verplichtingen voor zowel inleners als uitleners. Periodiek wordt gecontroleerd of de uitzendbureaus zich aan de regels blijven houden. Amendementen Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel zijn door de Tweede Kamer verschillende amendementen aangenomen. Enkele belangrijke wijzigingen zijn: Sectorale uitzonderingen: SW-bedrijven, bedrijven die BBL-trajecten verzorgen en de beveiligingsbranche zijn uitgezonderd van het toelatingsstelsel. Uitbreiding normenkader: Er is een bevorderings- en vergewisplicht toegevoegd voor de BRP-registratie van arbeidsmigranten. Leges: Er is een bovengrens vastgesteld voor de jaarlijkse leges die uitleners moeten betalen. Deze leges kunnen oplopen tot maximaal 4.300 euro. Arbeidsmarktdiscriminatie: De minister kan toelating weigeren, schorsen of intrekken bij een rechterlijke veroordeling wegens arbeidsmarktdiscriminatie. Vervolgstappen in het wetgevingstraject Nu de Tweede Kamer het wetsvoorstel heeft aangenomen, wordt het voorstel doorgezonden naar de Eerste Kamer. De behandeling in de Eerste Kamer zal naar verwachting voor de zomer worden afgerond . De exacte datum waarop de wet in werking treedt, is nog niet bekend. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) zal eind deze maand een planning presenteren. Het ministerie van SZW zal een eenheid inrichten voor de uitvoering van de Wtta. Deze eenheid zal verantwoordelijk zijn voor het toezicht en de handhaving van de nieuwe regels. Het toelatingsstelsel zal na drie jaar worden geëvalueerd om te beoordelen of de regels effectief zijn en waar nodig aanpassingen te maken. Invoering van de Wtta heeft vergaande consequenties voor uitzendondernemingen. Het normenkader waaraan uitleners moeten voldoen bevat meerdere bepalingen die vragen om een aangepaste werkwijze. Zeker voor organisaties die niet SNA-gecertificeerd zijn zal de naleving van het normenkader de nodige aanpassingen vragen. Het is dus zinvol om tijdig te starten met de voorbereidingen op de invoering van de Wtta. Als je naar aanleiding van bovenstaande informatie vragen hebt, kun je contact opnemen met je contactpersoon bij Florys. Je kunt ook bellen met ons algemene nummer 0184-208208 of een e-mail sturen naar info@florys.nl .