Advies Raad van State over wetsvoorstellen arbeidsmarkt

November 15, 2024

Op 11 november 2024 heeft de Raad van State advies uitgebracht over twee belangrijke wetsvoorstellen die gericht zijn op het hervormen van de arbeidsmarkt: het wetsvoorstel verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) en het wetsvoorstel meer zekerheid voor flexwerkers. Beide voorstellen maken deel uit van het bredere arbeidsmarktpakket van de regering, dat tot doel heeft meer zekerheid voor werkenden en meer wendbaarheid voor ondernemingen te creëren. 


Wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) 

Het wetsvoorstel VBAR beoogt de wettelijke definitie van de arbeidsovereenkomst te verduidelijken en een civielrechtelijk rechtsvermoeden van arbeidsovereenkomst in te voeren. Dit rechtsvermoeden houdt in dat bij een uurtarief van minder dan ongeveer € 33 wordt vermoed dat iemand werkt op basis van een arbeidsovereenkomst, tenzij de werkgever het tegendeel kan bewijzen. 

 

De Raad van State erkent de noodzaak van dit wetsvoorstel, gezien de kwetsbare positie van schijnzelfstandigen en de behoefte aan duidelijkheid over arbeidsrelaties. Tegelijkertijd plaatst de Raad enkele kritische kanttekeningen. De Raad betwijfelt of het wetsvoorstel daadwerkelijk zal bijdragen aan het verminderen van schijnzelfstandigheid, omdat het grotendeels het bestaande recht codificeert en weinig nieuwe oplossingen biedt. Daarnaast wijst de Raad op de complexiteit van de voorgestelde criteria voor het bepalen van een arbeidsovereenkomst. De criteria voor werkinhoudelijke aansturing, organisatorische inbedding en ondernemerschap zijn niet altijd duidelijk en kunnen leiden tot interpretatieverschillen. Tot slot adviseert de Raad om meer aandacht te besteden aan manieren om de werkgeversrisico’s te beheersen. Concreet doelt de Raad van State daarbij op het gegeven dat het rechtsvermoeden van arbeidsovereenkomst ingrijpende gevolgen kan hebben voor werkgevers, zoals de verschuldigdheid van pensioenpremies over voorafgaande perioden.  

 

Wetsvoorstel Meer zekerheid voor flexwerkers 

Het wetsvoorstel Meer zekerheid voor flexwerkers bevat maatregelen om werknemers met flexibele arbeidscontracten meer werk- en inkomenszekerheid te bieden. Dit omvat onder andere strengere regels voor tijdelijke contracten, het verbod op oproepcontracten en de introductie van bandbreedtecontracten, waarbij het verschil tussen het minimale en maximale aantal uren beperkt is tot maximaal 30 procent. 

 

De Raad van State heeft ook bij dit wetsvoorstel enkele kritische opmerkingen. De Raad verwacht dat de maatregelen slechts beperkt effect zullen hebben, omdat ze vooral gericht zijn op het duidelijker afbakenen van bestaande mogelijkheden en praktijken rond flexibele arbeid. Ook betwijfelt de Raad of het verbod op oproepcontracten in de praktijk effectief zal zijn. De Raad wijst daarbij op de noodzaak van een betere rechtvaardiging van de uitzonderingen voor minderjarigen, scholieren en studenten met een bijbaan. Tot slot benadrukt de Raad dat de voorgestelde maatregelen niet voldoende zijn om de fundamentele problemen op de arbeidsmarkt aan te pakken. Er is behoefte aan samenhangende hervormingen op aanverwante terreinen zoals sociale zekerheid en fiscaliteit. 

 

Conclusie 

De adviezen van de Raad van State onderstrepen de complexiteit van de hervormingen op de arbeidsmarkt en de noodzaak van een meer fundamentele aanpak. Hoewel de wetsvoorstellen belangrijke stappen zetten richting meer zekerheid voor werkenden, is er volgens de Raad meer nodig om de onderliggende problemen effectief aan te pakken. Het is nu aan de regering om deze adviezen ter harte te nemen en de wetsvoorstellen verder te verfijnen, zodat ze zowel effectief als werkbaar zijn voor alle betrokken partijen. De verwachting is dat de minister beide voorstellen in de loop van het voorjaar van 2025 bij de Tweede Kamer indient. Invoering van de wetsvoorstellen wordt niet eerder verwacht dan per 1 juli 2026.  

 

Als je naar aanleiding van bovenstaande informatie vragen hebt, kun je contact opnemen met je contactpersoon bij Florys. Je kunt ook bellen met ons algemene nummer 0184-208208 of een e-mail sturen naar info@florys.nl.  


Meer weten over dit onderwerp? Neem contact op via onderstaande knop

Contact
By Richard Florys July 22, 2025
Eens in de 15 jaar actualiseert de Kamer van Koophandel de SBI-codes. Dat is nu in 2025 opnieuw aan de orde. In dit bericht leggen wij uit wat dit voor jou als ondernemer betekent. Wat is een SBI-code? Ieder bedrijf dat zich inschrijft in het Handelsregister krijgt één of meer SBI-codes. Een SBI-code is een getal van vier of vijf cijfers en geeft aan wat de activiteit van een bedrijf of organisatie is. Als bedrijf omschrijf je zelf wat je doet en daarna geeft de KVK je de bijbehorende SBI-code. Voor elke bedrijfsactiviteit krijg je dan een aparte SBI-code. Wijziging per 2025 In september 2025 staat de wijziging van SBI-codes gepland. Dit betekent dat SBI-codes kunnen veranderen en dat er nieuwe codes bijkomen. Op basis van je bedrijfsactiviteiten wordt bepaald welke nieuwe codes voor je onderneming gaan gelden. Het is van belang om te controleren of de gegevens die in het Handelsregister staan actueel zijn. Als je bedrijfsactiviteiten veranderen, moet je deze wijzigingen doorgeven aan de KVK. Het is dan de bedoeling om kort, bondig én duidelijk te omschrijven wat je doet als bedrijf. Als de KVK besluit om je SBI-code(s) aan te passen, wordt mogelijk aanvullende informatie bij je opgevraagd. Wat betekent de wijzing voor jou als organisatie? Wil je weten wat je SBI wordt vanaf september, dan is het mogelijk om via de site van de KVK de zoekmachine te gebruiken. Vanaf september is het nieuwe overzicht ook inzichtelijk op KVK.nl. Daar is ook het zogenoemde ‘schakelschema’ te vinden waar de oude en nieuwe codes worden vermeld. Er wordt bij organisaties op verschillende manieren gebruik gemaakt van de SBI-codes. Ga dus na voor welke gebieden deze wijziging invloed heeft voor jouw organisatie; denk daarbij bijvoorbeeld aan verzekeringen op basis van SBI-codes of financieringen, vergunningen of subsidies. Wij raden daarom aan om voor jouw bedrijf na te gaan of er SBI-codes wijzingen. Vragen naar aanleiding van bovenstaande informatie? Dan kun je contact opnemen met je contactpersoon bij Florys. Natuurlijk kun je ook bellen met ons algemene nummer 0184-208208 of een e-mail sturen naar info@florys.nl .
By Richard Florys July 22, 2025
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft medio juli de aangepaste zzp-wet gepubliceerd: het wetsvoorstel verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR). Deze wet moet meer duidelijkheid geven over de kwalificatie van werkrelaties en biedt handvatten voor het beoordelen van schijnzelfstandigheid. Voor uitzendondernemers en intermediairs die werken met zzp’ers is het belangrijk om te weten wat er verandert en hoe je je hierop kunt voorbereiden. Drie hoofdelementen van de nieuwe wetgeving De aangepaste zzp-wet bestaat uit drie pijlers: Invoering van een rechtsvermoeden van werknemerschap bij een laag uurtarief Als een zzp’er minder dan 36 euro per uur verdient én er sprake is van structurele ondergeschiktheid of inbedding in de organisatie, dan wordt vermoed dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst. De bewijslast ligt dan bij de opdrachtgever om aan te tonen dat er géén sprake is van werknemerschap. Verduidelijking van het gezagscriterium De wet verduidelijkt wanneer er sprake is van gezag, bijvoorbeeld als de opdrachtgever bepaalt hoe het werk moet worden uitgevoerd, of als de zzp’er werkt onder toezicht of leiding. Dit criterium is cruciaal bij het beoordelen van de arbeidsrelatie. Invoering verwacht per juli 2026 De minister streeft ernaar dat het wetsvoorstel per juli 2026 wordt ingevoerd. Er is niet voorzien in overgangsrecht, zodat de nieuwe regels direct voor alle situaties van toepassing zijn. Vijf criteria voor het aannemen van werknemerschap Het wetsvoorstel introduceert vijf criteria die gezamenlijk bepalen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Deze zijn: Werkinhoudelijke aansturing : de opdrachtgever bepaalt hoe het werk moet worden uitgevoerd. Organisatorische inbedding : de werkzaamheden zijn onderdeel van de kernactiviteiten van de organisatie. Geen ondernemersrisico : de opdrachtnemer loopt geen financieel of commercieel risico. Geen eigen investering : er is geen sprake van substantiële investeringen in bijvoorbeeld gereedschap, materiaal of marketing. Geen eigen concurrentiepositie : de opdrachtnemer bouwt geen eigen klantenkring op en profileert zich niet zelfstandig op de markt. Als aan meerdere van deze criteria wordt voldaan, is de kans groot dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Criteria voor zelfstandig ondernemerschap Om als zelfstandig ondernemer te worden aangemerkt, moet een opdrachtnemer aan meerdere kenmerken voldoen: Financiële risico’s : deze dienen bij de zzp’er te liggen evenals de verantwoordelijkheid voor de resultaten van de werkzaamheden. Herkenbare en zelfstandige uitvoering van de werkzaamheden: de zzp’er dient bij de uitvoering van de werkzaamheden als zzp’er herkenbaar te zijn. Specifieke kennis : de zzp’er dient te beschikken over specifieke kennis, werkervaring of vaardigheden die niet structureel aanwezig zijn in de onderneming van de opdrachtgever. Opdracht van beperkte omvang : de opdracht is voor korte duur en/of een beperkt aantal uren. Kenmerken van ondernemerschap : er dienen kenmerken te zijn die wijzen op ondernemerschap van de zzp’er voor soortgelijke werkzaamheden (extern ondernemerschap). Wat betekent dit voor jou als uitzendondernemer of bemiddelaar? Werk je met zzp’ers in de bemiddeling, dan is het belangrijk om je processen en overeenkomsten opnieuw tegen het licht te houden. Denk aan: Het beoordelen van uurtarieven en de mate van zelfstandigheid; Het aanpassen van modelovereenkomsten; Het heroverwegen van de inzet van zzp’ers in functies met veel aansturing of inbedding; Het trainen van recruiters en accountmanagers in het herkennen van risico’s op schijnzelfstandigheid. Alternatief: Zelfstandigenwet De politieke partijen VVD, D66, CDA en SGP in de Tweede Kamer hebben gezamenlijk een wetsvoorstel geschreven: de Zelfstandigenwet. Ook dit wetsvoorstel beoogt de positie van zzp’ers te verduidelijken. Onduidelijk is op dit moment nog welke van deze twee wetsvoorstellen een meerderheid zal krijgen. De kans is groot dat elementen uit beide voorstellen samengevoegd zullen worden tot één wetsvoorstel. Als je naar aanleiding van bovenstaande informatie vragen hebt, kun je contact opnemen met je contactpersoon bij Florys. Je kunt ook bellen met ons algemene nummer 0184-208208 of een e-mail sturen naar info@florys.nl.