Akkoord uitzend-cao

April 17, 2025

De ABU, NBBU en vakbond LBV hebben een akkoord gesloten over de nieuwe cao voor uitzendkrachten. De cao heeft een looptijd van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2028. In dit artikel informeren we je over de inhoud van het akkoord.  

 

Historisch akkoord 

Het akkoord markeert een historische stap waarbij de sociale partners verantwoordelijkheid nemen voor de uitwerking van afspraken die in 2021 zijn vastgelegd in het SER-MLT advies. Het doel is om vanaf 2026 volledig gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden voor uitzendkrachten te realiseren. Dit akkoord is ook bedoeld om te voldoen aan de aangekondigde Wet meer zekerheid flexwerkers. De uitzendbranche neemt met dit akkoord afscheid van de inlenersbeloning: de arbeidsvoorwaarden van uitzendkrachten worden voortaan vastgesteld op basis van de arbeidsvoorwaarden die gelden bij de opdrachtgever voor dezelfde of een vergelijkbare functie. 

 

Gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden 

  • Ingangsdatum: Vanaf 1 januari 2026 krijgen uitzendkrachten recht op gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden overeenkomstig de Wet meer zekerheid flexwerkers. Het is overigens nog onbekend per welke datum dit wetsvoorstel in werking treedt. 
  • Definitie: Uitzendkrachten krijgen recht op gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden. Dat betekent dat de totale arbeidsvoorwaarden van de uitzendkracht ten minste gelijkwaardig moeten zijn aan die van een werknemer in dienst van de opdrachtgever die hetzelfde of vergelijkbaar werk verricht. Dit betekent dat de arbeidsvoorwaarden in de praktijk niet exact dezelfde hoeven te zijn, maar dat de totale waarde wel gelijk moet zijn. 
  • Beëindiging inlenersbeloning: De praktijk van de inlenersbeloning komt te vervallen. Dit betekent dat bepaalde cao-bepalingen, zoals eigen arbeidsvoorwaardenregelingen en afwijkende beloning voor bepaalde groepen, worden aangepast of afgeschaft. 

 

Rechtspositie en flexibiliteit 

  • Wet meer zekerheid flexwerkers: Zodra deze wet in werking treedt, wordt fase B/3 verkort van 3 jaar naar 2 jaar en de onderbrekingstermijn tussen twee uitzendovereenkomsten verlengd van 6 maanden naar 60 maanden. 
  • Regelingen opdrachtgever: Uitzendondernemingen mogen aansluiten bij de regelingen van de opdrachtgever ten aanzien van oproeptermijnen, urennormen en tijd-voor-tijd regelingen. 
  • Behoud spelregels: Bestaande spelregels en waarborgen uit de huidige cao blijven behouden, zoals roosteren, contractduur en aanvulling Ziektewet. 

 

Pensioen 

  • Nieuwe pensioenregeling: Per 1 januari 2026 wordt een nieuwe marktconforme pensioenregeling ingevoerd, wat een aanzienlijke verbetering van het pensioen van uitzendkrachten betekent. Pensioen wordt onderdeel van de totale arbeidsvoorwaarden en de vergelijking van arbeidsvoorwaarden houdt rekening met de werkgeverspremie en pensioengrondslag. Eerder was al afgesproken dat de huidige twee regelingen (basis en plus) worden vervangen door één regeling. Voor die regeling geldt een pensioenpremie van 23,4%. De werkgever mag daarvan 7,5% inhouden op het loon van de werknemer. Voor de werkgever resteert dan feitelijk een werkgeverspremie van 15,9%. 

 

Arbeidsmigratie 

  • Bepalingen arbeidsmigranten: De bestaande bepalingen voor arbeidsmigranten, zoals het prijskwaliteitssysteem voor huisvesting, worden gecontinueerd. De prijs per punt in het PKS zal worden geïndexeerd met het percentage waarmee het minimumloon stijgt. 

 

Looptijd en tussentijdse wijzigingen 

  • Duur: De cao wordt aangegaan voor een periode van 3 jaar, van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2028. 
  • Aanpassingen: Cao-partijen zullen gedurende de looptijd van de cao monitoren hoe deze wordt toegepast en waar nodig aanvullende afspraken maken. Ontwikkelingen in wet- en regelgeving, arbeidsmigratie en onvoorziene effecten bij de toepassing van de cao kunnen aanleiding zijn voor tussentijdse aanpassingen.


Als je naar aanleiding van bovenstaande informatie vragen hebt, kun je contact opnemen met je contactpersoon bij Florys. Je kunt ook bellen met ons algemene nummer 0184-208208 of een e-mail sturen naar info@florys.nl.  



Meer weten over dit onderwerp? Neem contact op via onderstaande knop

Contact
August 20, 2025
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over zijn voornemen om sectorale uitzendverboden mogelijk te maken. Dit betekent dat in specifieke sectoren het inzetten van uitzendkrachten verboden kan worden. Het voorstel is onderdeel van bredere plannen om misstanden in de uitzendbranche aan te pakken en de positie van werkenden te versterken. Aanleiding voor een sectoraal uitzendverbod De minister ziet dat in bepaalde sectoren structureel misbruik wordt gemaakt van uitzendconstructies. Denk aan situaties waarin uitzendwerk wordt ingezet om cao-afspraken te omzeilen, arbeidsvoorwaarden te verslechteren of om concurrentie op arbeidskosten te creëren. In zulke gevallen draagt uitzendarbeid, volgens de minister, niet bij aan flexibiliteit of instroom op de arbeidsmarkt, maar juist aan ondermijning van arbeidsverhoudingen. Met een sectoraal uitzendverbod wil de minister ingrijpen als uitzendwerk niet langer een legitiem doel dient. Het gaat dus niet om een algemeen verbod op uitzendarbeid, maar om gerichte maatregelen in sectoren waar structurele misstanden zijn vastgesteld. Praktische vormgeving Het kabinet onderzoekt momenteel hoe een dergelijk verbod juridisch en praktisch vormgegeven kan worden. Daarbij wordt gekeken naar bestaande wetgeving, zoals de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi), en naar de mogelijkheden om via algemene maatregelen van bestuur (AMvB) sectoren aan te wijzen waarin uitzendarbeid verboden wordt. Ook wordt bekeken hoe dit verbod zich verhoudt tot Europese regelgeving en het vrij verkeer van diensten. De minister benadrukt dat het verbod alleen zal gelden in sectoren waar sprake is van aantoonbare misstanden en dat het zorgvuldig zal worden onderbouwd. Gevolgen voor de praktijk Bij de voorbereiding van het uitzendverbod wordt verwacht dat dit middel voor meerdere sectoren ingezet zou kunnen worden. Gedacht wordt daarbij aan de sectoren schoonmaak, vlees, transport en glastuinbouw. Als je actief bent in een sector die mogelijk onder het verbod gaat vallen, kan dit grote gevolgen hebben voor je bedrijfsvoering. Het is belangrijk om nu al alert te zijn op signalen uit de sector en om je dienstverlening zo in te richten dat deze voldoet aan de geldende normen en cao-afspraken. Voor uitzendondernemers in andere sectoren is dit een moment om te laten zien dat uitzendarbeid op een verantwoorde en legitieme manier wordt ingezet. Transparantie, naleving van cao’s en goede arbeidsvoorwaarden zijn daarbij essentieel.  Als je naar aanleiding van bovenstaande informatie vragen hebt, kun je contact opnemen met je contactpersoon bij Florys. Je kunt ook bellen met ons algemene nummer 0184-208208 of een e-mail sturen naar info@florys.nl .
August 20, 2025
Het kabinet wil kleine en middelgrote werkgevers meer ruimte geven bij de re-integratie van zieke werknemers. Een nieuw wetsvoorstel maakt het mogelijk om na het eerste ziektejaar te stoppen met re-integratie in het eigen bedrijf (eerste spoor) en de focus volledig te verleggen naar re-integratie bij een andere werkgever (tweede spoor). Recent publiceerde de Raad van State haar advies over dit wetsvoorstel. In dit bericht informeren we je daarover. Hoofdlijnen wetsvoorstel Volgens het wetsvoorstel mogen kleine en middelgrote werkgevers – onder voorwaarden – na het eerste ziektejaar stoppen met re-integratie in het eigen bedrijf. De re-integratie-inspanningen worden dan volledig gericht op het tweede spoor: passend werk bij een andere werkgever. Dit kan alleen met instemming van de werknemer of met toestemming van het UWV. Als het eerste spoor wordt afgesloten, hoeft de werkgever de functie van de zieke werknemer niet langer beschikbaar te houden. Herstelt de werknemer in het tweede jaar volledig, dan mag hij niet worden ontslagen zolang hij zijn oude werk niet hervat. De werkgever moet dan het volledige loon doorbetalen. Na twee jaar kan de werkgever wel een beroep doen op een nieuwe ontslaggrond. Aanleiding wetsvoorstel Vooral kleine werkgevers ervaren de huidige verplichtingen bij ziekte als zwaar. Twee jaar loondoorbetaling en re-integratieverplichtingen vormen drempels voor het aanbieden van vaste contracten. Door eerder duidelijkheid te geven over het re-integratietraject, kunnen werkgevers sneller schakelen en vacatures invullen. Dit zou de drempel voor het aannemen van personeel moeten verlagen. Kritiek van de Raad van State De Raad van State is kritisch op het wetsvoorstel. De voorgestelde wijziging biedt volgens haar slechts beperkte verlichting. De financiële verplichtingen blijven grotendeels bestaan, en het risico bestaat dat re-integratiekansen van werknemers juist afnemen. Re-integratie in het eerste spoor is namelijk vaak succesvoller dan in het tweede spoor. Ook verwacht de Raad dat het UWV fors meer werk krijgt, terwijl daar nu al grote achterstanden zijn. Gevolgen voor het UWV en de WIA Het UWV moet extra beoordelingen uitvoeren, wat de druk op de organisatie verder vergroot. Tegelijkertijd wordt de toetsing van het eerste spoor bij een WIA-aanvraag beperkt of zelfs overgeslagen. Dit kan leiden tot een hogere instroom in de WIA, zeker als werkgevers en werknemers strategisch omgaan met de nieuwe regels. Nieuwe ontslaggrond en compensatie Het wetsvoorstel introduceert een nieuwe ontslaggrond voor situaties waarin het eerste spoor is afgesloten. Kleine werkgevers kunnen in dat geval aanspraak maken op compensatie van de transitievergoeding. Voor middelgrote werkgevers is dit onzeker, omdat er een ander wetsvoorstel in voorbereiding is dat deze compensatie voor hen mogelijk uitsluit. Als je naar aanleiding van bovenstaande informatie vragen hebt, kun je contact opnemen met je contactpersoon bij Florys. Je kunt ook bellen met ons algemene nummer 0184-208208 of een e-mail sturen naar info@florys.nl .