Handhaving Belastingdienst bij zzp’ers

July 4, 2024

Met ingang van 1 januari 2025 beëindigt de Belastingdienst het handhavingsmoratorium ten aanzien van arbeidsrelaties. Vanaf genoemde datum kan de Belastingdienst weer achteraf belastingen, premies en boetes navorderen bij de opdrachtgever als de werkende geen zzp’er maar werknemer blijkt te zijn. In dit bericht informeren we je over de wijze waarop de Belastingdienst zich voorbereid op de nieuwe situatie.  


Wet Deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA) 

Op 1 mei 2016 trad de Wet DBA in werking. Als gevolg daarvan kwam er een einde aan de Verklaring arbeidsrelatie (VAR) op basis waarvan opdrachtgevers en opdrachtnemers vooraf duidelijkheid konden krijgen over de beoordeling van de Belastingdienst over hun arbeidsrelatie. Tegen die wet kwam zoveel kritiek, dat besloten werd om de uitvoering ervan op te schorten: het handhavingsmoratorium was geboren. 

 

Handhavingsplan Belastingdienst  

In de achterliggende jaren is het handhavingsmoratorium meermaals verlengd. In 2023 is besloten om wel weer te gaan handhaven. De Belastingdienst is vervolgens snel gestart met de noodzakelijke voorbereidingen, waaronder het vergroten van de capaciteit. In 2023 publiceerde de Belastingdienst het eerste deel van haar handhavingsplan. Begin dit jaar volgende het tweede deel. Het derde en laatste deel wordt dit najaar verwacht. 


Werkwijze Belastingdienst 

In 2024 richt de Belastingdienst zich op drie aspecten: 

  1. Actieve samenwerking met relevante marktpartijen; 
  2. Specifieke aandacht voor branches en sectoren waar (veel) onduidelijkheid bestaat over de beoordeling van arbeidsrelaties; en 
  3. Specifieke aandacht binnen de reguliere klantbehandeling (waaronder een verkenning van de toekomst van de huidige modelovereenkomsten). 


De Belastingdienst streeft ernaar om de beoordeling van arbeidsrelaties met ingang van 1 januari 2026 onderdeel te laten zijn van het reguliere handhavingsplan. 

 

Wat betreft de feitelijke aanpak van de handhaving geeft de Belastingdienst er de voorkeur aan om de handhaving te initiëren vanuit contacten met opdrachtgevers (en dus niet opdrachtnemers). Via deze werkwijze wordt bereikt dat meer werkenden beoordeeld worden. 


Acties kabinet 

De Belastingdienst voert controles uit op basis van de huidige wet- en regelgeving, waarbij de arbeidsrechtelijke beoordeling leidend is. Dat maakt dat opdrachtgevers en opdrachtnemers de arbeidsrechtelijke wetgeving (met de daarop gebaseerde jurisprudentie) in de praktijk moeten toepassen. Het kabinet wil hierbij de helpende hand bieden, onder meer door de arbeidsrechtelijke wetgeving te verduidelijken. Hiervoor heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden opgesteld. Dat wetsvoorstel is eerder dit voorjaar in internetconsultatie gegaan. Het ministerie verwerkt nu de ontvangen reacties (ruim 1.100), waarna het voorstel voor advies aan de Raad van State wordt voorgelegd. Daarna volgt nog de parlementaire behandeling. Op dit moment is onduidelijk of het wetsvoorstel in beide kamers op een meerderheid kan rekenen. Zolang dit wetsvoorstel niet in werking is getreden, moeten arbeidsrelaties beoordeeld worden aan de hand van het nu geldende recht. 


Gevolgen opheffing handhavingsmoratorium 

Nu per 1 januari 2025 het handhavingsmoratorium wordt opgeheven ontstaat voor opdrachtgevers en opdrachtnemers de noodzaak om hun arbeidsrelatie opnieuw te beoordelen. In gevallen waarin de werkende mogelijk aangemerkt moet worden als werknemer doen de partijen (en in ieder geval de opdrachtgever) er goed aan tijdig actie te ondernemen.  


Meer weten over dit onderwerp? Neem contact op via onderstaande knop

Contact
May 19, 2025
Zowel de expatregeling als de ET-regeling betreffen fiscale regelingen om buitenlandse werknemers te compenseren voor de extra kosten die zij maken door tijdelijk in Nederland te werken. In dit artikel informeren we je over deze regelingen. Daarbij gaan we in op aandachtspunten bij het gebruik ervan en op aankomende wijzigingen. Expatregeling De expatregeling (ook bekend als de 30%-regeling) is specifiek ontworpen voor werknemers die vanuit het buitenland naar Nederland komen en die over specifieke deskundigheid beschikken die schaars is op de Nederlandse arbeidsmarkt. Deze regeling stelt werkgevers in staat om 30% van het brutosalaris van de werknemer belastingvrij uit te keren als vergoeding voor extraterritoriale kosten, zoals kosten voor dubbele huisvesting en verhuiskosten. Dit resulteert in een aanzienlijk hoger nettoloon voor de werknemer. Bij het toepassen van de expatregeling gelden onder meer de volgende aandachtspunten: De werknemer moet beschikken over specifieke deskundigheid die schaars is op de Nederlandse arbeidsmarkt. De werknemer moet in de 24 maanden voorafgaand aan de tewerkstelling in Nederland meer dan 16 van deze maanden op een afstand van meer dan 150 kilometer van de Nederlandse grens hebben gewoond. De werkgever moet de 30%-regeling schriftelijk aanvragen bij de Belastingdienst. Vanaf 1 januari 2027 wordt de 30%-regeling aangepast naar een 27%-regeling. Dit betekent dat werkgevers vanaf dat moment tot 27% van het brutosalaris belastingvrij kunnen uitkeren. Naast de wijziging van het percentage, worden ook de salarisnormen verhoogd. Vanaf 2027 moet het belastbare salaris minimaal € 50.436 bedragen, en voor werknemers jonger dan 30 jaar met een mastergraad minimaal € 38.338. Voor werknemers die al gebruikmaken van de 30%-regeling, blijft de huidige regeling van kracht tot het einde van de afgesproken periode, maar uiterlijk tot 1 januari 2027. De extraterritoriale kostenregeling (ET-regeling) De ET-regeling is bedoeld om werknemers die tijdelijk in Nederland werken te compenseren voor de extra kosten die zij maken. Deze kosten kunnen onder meer bestaan uit dubbele huisvestingskosten, extra reiskosten en hogere kosten van levensonderhoud. Werkgevers kunnen deze kosten belastingvrij vergoeden, wat resulteert in een hoger nettoloon voor de werknemer zonder dat de totale loonkosten stijgen. De belastingvrije vergoeding voor ET-kosten kan maximaal vijf jaar worden toegepast. Werknemers moeten daadwerkelijk extra kosten maken die verband houden met hun verblijf in Nederland. Deze kosten moeten aantoonbaar zijn en goed worden gedocumenteerd. Alleen bepaalde kosten komen in aanmerking voor de belastingvrije vergoeding, zoals kosten voor dubbele huisvesting, extra reiskosten en hogere kosten van levensonderhoud. Toepassing van de regeling vereist een goede administratie en naleving van de voorwaarden. Fouten kunnen leiden tot aanzienlijke naheffingen en forse boetes van de Belastingdienst. Specifieke regels voor uitzendorganisaties Uitzendorganisaties hebben een convenant gesloten met de Belastingdienst om de toepassing van de ET-regeling te vereenvoudigen. Dit convenant bevat standaarden en voorwaarden waaraan uitzendbureaus moeten voldoen om de ET-regeling correct toe te passen. Correcte toepassing van het convenant leidt tot vereenvoudiging van de bewijspositie van uitzendorganisaties. De ABU- en NBBU-cao’s bevatten specifieke bepalingen over de ET-regeling. Deze cao’s bepalen bijvoorbeeld dat de dubbele kosten alleen uitgeruild mogen worden met het loon van de werknemer. Andere looncomponenten, zoals het vakantiegeld, mogen niet worden uitgeruild. In z’n algemeenheid geldt dat maximaal 30% van het brutoloon mag worden uitgeruild tegen een belastingvrije vergoeding voor ET-kosten. De uitruil van loon tegen een belastingvrije vergoeding moet vooraf worden overeengekomen en vastgelegd in de arbeidsovereenkomst met de uitzendkracht. Het doel hiervan is te zorgen voor transparantie en duidelijkheid voor zowel de werknemer als de werkgever. Afrondend De expatregeling en de ET-regeling bieden aanzienlijke voordelen voor buitenlandse werknemers en hun werkgevers in Nederland. Beide regelingen hebben echter hun eigen aandachtspunten en risico’s. Met de aankomende wijzigingen, waaronder de overgang naar een 27%-regeling, is het belangrijk voor werkgevers en werknemers om goed op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen en hun administratie op orde te hebben. Dit helpt om optimaal gebruik te maken van de regelingen en eventuele problemen te voorkomen. Als je naar aanleiding van bovenstaande informatie vragen hebt, kun je contact opnemen met je contactpersoon bij Florys. Je kunt ook bellen met ons algemene nummer 0184-208208 of een e-mail sturen naar info@florys.nl .
May 19, 2025
Op 19 mei 2025 heeft de regering het wetsvoorstel ‘Meer zekerheid flexwerkers’ ingediend bij de Tweede Kamer. Dit voorstel heeft als doel om meer zekerheid te bieden aan werknemers met een flexibel arbeidscontract door onder meer gelijke arbeidsvoorwaarden voor uitzendkrachten, strengere regels tegen draaideurconstructies en de vervanging van oproepcontracten door bandbreedtecontracten. Uitzendkrachten Het wetsvoorstel stelt dat uitzendkrachten recht krijgen op minimaal dezelfde arbeidsvoorwaarden als reguliere werknemers. In de nieuwe uitzend-cao, die per 1 januari 2026 van kracht wordt, is hiermee al rekening gehouden. Daarnaast wordt de periode waarin uitzendkrachten, met toepassing van het uitzendbeding, dagelijks ontslagen kunnen worden of onzeker zijn over hun werkuren verkort van anderhalf jaar naar één jaar. Het doel is om hierdoor te zorgen voor meer zekerheid en minder uitbuiting van uitzendkrachten, waaronder arbeidsmigranten. Draaideurconstructies De nieuwe wet beoogt draaideurconstructies tegen te gaan door tijdelijke contracten alleen toe te staan voor tijdelijk werk. Na een tijdelijk contract moeten werknemers sneller een vast dienstverband krijgen. De huidige onderbrekingstermijn van zes maanden tussen tijdelijke contracten wordt verlengd naar vijf jaar, en cao's mogen slechts beperkt uitzonderingen op deze regel maken. Oproepcontracten Oproepcontracten worden vervangen door bandbreedtecontracten, waarin een minimum- en maximumaantal uren wordt afgesproken met een verschil van maximaal 130%. Dit betekent dat bij een minimum van 10 uur het maximum 13 uur is. Werknemers mogen oproepen boven het maximum weigeren, en bij structureel meer werk moet een contract met meer uren worden aangeboden. Jongeren, scholieren en studenten kunnen echter nog steeds op een oproepcontract werken. Inwerkingtreding Na goedkeuring door zowel de Tweede als de Eerste Kamer, zal de wet per 1 januari 2027 in werking treden. Het onderdeel over gelijke beloning voor uitzendkrachten kan al een jaar eerder, op 1 januari 2026, van kracht worden. Samen met andere wetsvoorstellen vormt dit voorstel een hervorming van de Nederlandse arbeidsmarkt, gericht op meer zekerheid voor werknemers en meer wendbaarheid voor ondernemers. Deze hervormingen zijn gebaseerd op onder meer adviezen van de commissie Borstlap en de SER.  Als je naar aanleiding van bovenstaande informatie vragen hebt, kun je contact opnemen met je contactpersoon bij Florys. Je kunt ook bellen met ons algemene nummer 0184-208208 of een e-mail sturen naar info@florys.nl .