Inzet zzp’ers in 2025

January 21, 2025

Vanaf 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst weer volledig handhaven op schijnzelfstandigheid. Dit betekent dat bedrijven en organisaties die mensen als zzp’er inhuren voor werk dat zij niet zelfstandig uitvoeren, boetes en naheffingen kunnen verwachten.

Deze ontwikkeling heeft grote gevolgen voor zowel opdrachtgevers als zzp'ers en zal de arbeidsmarkt aanzienlijk beïnvloeden. 

 

Achtergrond van de handhaving 

De Belastingdienst heeft de afgelopen jaren een handhavingsmoratorium gehanteerd, wat betekende dat er minder (streng) werd gecontroleerd op schijnzelfstandigheid. Dit moratorium wordt nu opgeheven om oneerlijke concurrentie en ongelijke arbeidsvoorwaarden tegen te gaan. Het kabinet benadrukt dat echte zelfstandige ondernemers gewoon hun werk kunnen blijven doen, maar dat schijnzelfstandigheid aangepakt moet worden om de balans op de arbeidsmarkt te herstellen. 

 

Gevolgen voor opdrachtgevers 

Voor opdrachtgevers betekent de hernieuwde handhaving dat zij hun huidige werkrelaties onder de loep moeten nemen. Bedrijven die zzp'ers inhuren, moeten kunnen aantonen dat er sprake is van een echte zelfstandige werkrelatie. Dit kan betekenen dat zij hun contracten en werkprocessen moeten aanpassen om te voldoen aan de nieuwe regels. Bedrijven die niet aan de regels voldoen, riskeren naheffingen die tot maximaal vijf jaar terug kunnen worden opgelegd. 

 

Impact op zzp'ers 

Voor zzp'ers zelf betekent de hernieuwde handhaving dat zij hun zelfstandigheid moeten kunnen bewijzen. Dit kan leiden tot onzekerheid en de noodzaak om hun bedrijfsvoering aan te passen. Sommige zzp'ers zullen mogelijk overwegen om op basis van detachering te gaan werken om zo aan de regels te voldoen en zekerheid te krijgen over hun werkrelatie. De handhaving door de Belastingdienst kan daardoor indirect kansen bieden voor uitzend- en detacheringsbureaus. 

 

Gevolgen voor de arbeidsmarkt 

De hernieuwde handhaving zal naar verwachting leiden tot een verschuiving op de arbeidsmarkt. Bedrijven zullen mogelijk minder snel zzp'ers inhuren voor bepaalde werkzaamheden, uit angst voor boetes en naheffingen. Voor de arbeidsmarkt als geheel kan dit betekenen dat er meer zekerheid en stabiliteit komt, maar ook dat de flexibiliteit afneemt. 

 

Voorbereiding en ondersteuning 

Opdrachtgevers en zzp’ers doen er goed aan zich op deze ontwikkeling voor te bereiden, voor zover dat nog niet is gebeurd. De Belastingdienst blijkt in de praktijk al te zijn gestart met het daadwerkelijk uitvoeren van controles op de inzet van zzp’ers. 

 

Conclusie 

De hernieuwde handhaving door de Belastingdienst vanaf 2025 brengt grote veranderingen met zich mee voor zowel opdrachtgevers als zzp'ers. Het is belangrijk dat beide partijen zich goed voorbereiden op deze nieuwe situatie om boetes en naheffingen te voorkomen. Hoewel de maatregelen bedoeld zijn om de arbeidsmarkt eerlijker en stabieler te maken, zullen zij ook de nodige aanpassingen en onzekerheden met zich meebrengen. Detachering kan een mogelijke oplossing bieden voor zzp'ers die hun zelfstandigheid willen behouden, maar toch aan de nieuwe regels willen voldoen. 

 

Als je naar aanleiding van bovenstaande informatie vragen hebt, kun je contact opnemen met je contactpersoon bij Florys. Je kunt ook bellen met ons algemene nummer 0184-208208 of een e-mail sturen naar info@florys.nl.  


Meer weten over dit onderwerp? Neem contact op via onderstaande knop

Contact
August 20, 2025
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over zijn voornemen om sectorale uitzendverboden mogelijk te maken. Dit betekent dat in specifieke sectoren het inzetten van uitzendkrachten verboden kan worden. Het voorstel is onderdeel van bredere plannen om misstanden in de uitzendbranche aan te pakken en de positie van werkenden te versterken. Aanleiding voor een sectoraal uitzendverbod De minister ziet dat in bepaalde sectoren structureel misbruik wordt gemaakt van uitzendconstructies. Denk aan situaties waarin uitzendwerk wordt ingezet om cao-afspraken te omzeilen, arbeidsvoorwaarden te verslechteren of om concurrentie op arbeidskosten te creëren. In zulke gevallen draagt uitzendarbeid, volgens de minister, niet bij aan flexibiliteit of instroom op de arbeidsmarkt, maar juist aan ondermijning van arbeidsverhoudingen. Met een sectoraal uitzendverbod wil de minister ingrijpen als uitzendwerk niet langer een legitiem doel dient. Het gaat dus niet om een algemeen verbod op uitzendarbeid, maar om gerichte maatregelen in sectoren waar structurele misstanden zijn vastgesteld. Praktische vormgeving Het kabinet onderzoekt momenteel hoe een dergelijk verbod juridisch en praktisch vormgegeven kan worden. Daarbij wordt gekeken naar bestaande wetgeving, zoals de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi), en naar de mogelijkheden om via algemene maatregelen van bestuur (AMvB) sectoren aan te wijzen waarin uitzendarbeid verboden wordt. Ook wordt bekeken hoe dit verbod zich verhoudt tot Europese regelgeving en het vrij verkeer van diensten. De minister benadrukt dat het verbod alleen zal gelden in sectoren waar sprake is van aantoonbare misstanden en dat het zorgvuldig zal worden onderbouwd. Gevolgen voor de praktijk Bij de voorbereiding van het uitzendverbod wordt verwacht dat dit middel voor meerdere sectoren ingezet zou kunnen worden. Gedacht wordt daarbij aan de sectoren schoonmaak, vlees, transport en glastuinbouw. Als je actief bent in een sector die mogelijk onder het verbod gaat vallen, kan dit grote gevolgen hebben voor je bedrijfsvoering. Het is belangrijk om nu al alert te zijn op signalen uit de sector en om je dienstverlening zo in te richten dat deze voldoet aan de geldende normen en cao-afspraken. Voor uitzendondernemers in andere sectoren is dit een moment om te laten zien dat uitzendarbeid op een verantwoorde en legitieme manier wordt ingezet. Transparantie, naleving van cao’s en goede arbeidsvoorwaarden zijn daarbij essentieel.  Als je naar aanleiding van bovenstaande informatie vragen hebt, kun je contact opnemen met je contactpersoon bij Florys. Je kunt ook bellen met ons algemene nummer 0184-208208 of een e-mail sturen naar info@florys.nl .
August 20, 2025
Het kabinet wil kleine en middelgrote werkgevers meer ruimte geven bij de re-integratie van zieke werknemers. Een nieuw wetsvoorstel maakt het mogelijk om na het eerste ziektejaar te stoppen met re-integratie in het eigen bedrijf (eerste spoor) en de focus volledig te verleggen naar re-integratie bij een andere werkgever (tweede spoor). Recent publiceerde de Raad van State haar advies over dit wetsvoorstel. In dit bericht informeren we je daarover. Hoofdlijnen wetsvoorstel Volgens het wetsvoorstel mogen kleine en middelgrote werkgevers – onder voorwaarden – na het eerste ziektejaar stoppen met re-integratie in het eigen bedrijf. De re-integratie-inspanningen worden dan volledig gericht op het tweede spoor: passend werk bij een andere werkgever. Dit kan alleen met instemming van de werknemer of met toestemming van het UWV. Als het eerste spoor wordt afgesloten, hoeft de werkgever de functie van de zieke werknemer niet langer beschikbaar te houden. Herstelt de werknemer in het tweede jaar volledig, dan mag hij niet worden ontslagen zolang hij zijn oude werk niet hervat. De werkgever moet dan het volledige loon doorbetalen. Na twee jaar kan de werkgever wel een beroep doen op een nieuwe ontslaggrond. Aanleiding wetsvoorstel Vooral kleine werkgevers ervaren de huidige verplichtingen bij ziekte als zwaar. Twee jaar loondoorbetaling en re-integratieverplichtingen vormen drempels voor het aanbieden van vaste contracten. Door eerder duidelijkheid te geven over het re-integratietraject, kunnen werkgevers sneller schakelen en vacatures invullen. Dit zou de drempel voor het aannemen van personeel moeten verlagen. Kritiek van de Raad van State De Raad van State is kritisch op het wetsvoorstel. De voorgestelde wijziging biedt volgens haar slechts beperkte verlichting. De financiële verplichtingen blijven grotendeels bestaan, en het risico bestaat dat re-integratiekansen van werknemers juist afnemen. Re-integratie in het eerste spoor is namelijk vaak succesvoller dan in het tweede spoor. Ook verwacht de Raad dat het UWV fors meer werk krijgt, terwijl daar nu al grote achterstanden zijn. Gevolgen voor het UWV en de WIA Het UWV moet extra beoordelingen uitvoeren, wat de druk op de organisatie verder vergroot. Tegelijkertijd wordt de toetsing van het eerste spoor bij een WIA-aanvraag beperkt of zelfs overgeslagen. Dit kan leiden tot een hogere instroom in de WIA, zeker als werkgevers en werknemers strategisch omgaan met de nieuwe regels. Nieuwe ontslaggrond en compensatie Het wetsvoorstel introduceert een nieuwe ontslaggrond voor situaties waarin het eerste spoor is afgesloten. Kleine werkgevers kunnen in dat geval aanspraak maken op compensatie van de transitievergoeding. Voor middelgrote werkgevers is dit onzeker, omdat er een ander wetsvoorstel in voorbereiding is dat deze compensatie voor hen mogelijk uitsluit. Als je naar aanleiding van bovenstaande informatie vragen hebt, kun je contact opnemen met je contactpersoon bij Florys. Je kunt ook bellen met ons algemene nummer 0184-208208 of een e-mail sturen naar info@florys.nl .