Loonmutaties juni 2025

May 16, 2025

Nagekomen wijzigingen voorgaande maanden:


Groothandel in Bloembollen (1841)
De feitelijke lonen worden op de volgende wijze, in de volgende volgorde en met inachtneming van de rekenregels structureel verhoogd per 1 oktober 2024 procentueel met 4,75%.
De feitelijke lonen worden op de volgende wijze, in de volgende volgorde en met inachtneming van de rekenregels structureel verhoogd per 1 oktober 2024 een éénmalige uitkering van € 150,- bruto op basis van een voltijds dienstverband.
 
Uitvaartbranche (3768)
Er wordt in september 2024 aan werknemers met een functie in functieniveau I t/m III (functiematrix cao) een eenmalige uitkering verstrekt van 1,17% van het bruto jaarsalaris.
De feitelijk betaalde salarissen worden structureel verhoogd met 7% per 1 mei 2024. Voor buitenschaligen is de verhoging van het feitelijk betaalde salaris niet 7% maar 6%.


Banken (0632)

De schaal- en salarisontwikkeling bedraagt per 1 januari 2025: 4,0 procent. (De loonmutatie is op basis van het principeakkoord, deze tekst is dus nog niet vastgelegd in een CAO).


Betonproductenindustrie (0083)

Werknemer die op 1 januari 2024 in dienst was en op 1 januari 2025 nog steeds in dienst is ontvangt bij de salarisbetaling van januari 2025 een eenmalige uitkering van € 50 bruto. (De loonmutatie is op basis van het principeakkoord, deze tekst is dus nog niet vastgelegd in een CAO).


Betonproductenindustrie (0083)

De schaalsalarissen en de feitelijke salarissen worden verhoogd met 3,5% per 1 januari 2025. (De loonmutatie is op basis van het principeakkoord, deze tekst is dus nog niet vastgelegd in een CAO).


Dierentuin (3972)

De loonschalen behorend bij de functiegroepen I en II worden per 1 januari 2025 samengevoegd tot loonschaal I+II. Het basis- en eindloon van deze loonschaal volgt in 2025 en 2026 de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon (WML). Dit geldt ook voor het feitelijk loon van werknemers in deze functiegroepen. Concreet betekent dit dat het feitelijk loon per 1 januari 2025 met 2,75% stijgen.
Functiegroepen III-XI.

  • Per 1 januari 2025 worden de basis- (m.u.v. de basislonen van III-V), eindlonen en het feitelijk loon van de:.
    o functiegroepen III-VI verhoogd met 2,5%;.
    o functiegroepen VII -XI verhoogd met 2,0%.
  • De basislonen III-V stijgen met het percentage zoals in de tabel (artikel 6.3) weergegeven.


Gespecialiseerde Detailhandel in Bloemen en Planten (0592)

Op 1 januari 2025 wordt het loongebouw verhoogd met 4%. (De loonmutatie is op basis van het principeakkoord, deze tekst is dus nog niet vastgelegd in een CAO).


Groothandel in Eieren en Eiproducten en de Eiproductenindustrie (1608)

Per 1 januari 2025 stijgen de in de CAO opgenomen lonen met gemiddeld 5 procent. Lonen buiten de salarisschalen zullen met 3,5 procent stijgen. (De loonmutatie is op basis van het principeakkoord, deze tekst is dus nog niet vastgelegd in een CAO).


Groothandel in Vlakglas - het glasbewerkings- en het glazeniersbedrijf (0199)

De salarissen worden per 1 januari 2025 verhoogd met 4 procent, met en maximum van 200 euro bruto op basis van fulltime dienstverband. (De loonmutatie is op basis van het principeakkoord, deze tekst is dus nog niet vastgelegd in een CAO).


Hellende daken (3356)

Per 1 januari 2025 zal er een loonsverhoging van 3 procent plaatsvinden. De loonsverhoging geldt niet voor de werknemers wiens loon boven de 115 procent van de toepasselijke loonschaal uitkomt. De werknemer heeft deels of geheel recht op de loonsverhoging voor zover het nieuwe loon de 115 procent van de van toepassing zijnde loonschaal niet overschrijdt. (De loonmutatie is op basis van het principeakkoord, deze tekst is dus nog niet vastgelegd in een CAO).


Hospitality (0750)

Per 1 januari 2025 worden de schaalbedragen en de feitelijk betaalde lonen als volgt verhoogd: Schaal 1 2,75%, Schaal 2 2,75%, Schaal 3 2,5%, Schaal 4 2,5%, Schaal 5 2,5%, Schaal 6 2,5%, Schaal 7 2,5%, Schaal 8 2,5%, Schaal 9 2,5%.


Kringloop Nederland (2437)

Per 1 jan 2025 wordt het salarisgebouw en daarmee ook de feitelijke salarissen geïndexeerd met 2,75%.


Levensmiddelenbedrijf (0316)

Zowel de schaallonen als de feitelijke lonen worden verhoogd met 3,5% per 1 januari 2025 dan wel P1 2025. (De loonmutatie is op basis van het principeakkoord, deze tekst is dus nog niet vastgelegd in een CAO).


Onderwijs - Voortgezet onderwijs (1188)

Degene die op 1 december 2024 in dienst is bij een werkgever krijgt in januari 2025 een eenmalige uitkering toegekend van 1,23 procent. (De loonmutatie is op basis van het principeakkoord, deze tekst is dus nog niet vastgelegd in een CAO).


Onderwijs - Voortgezet onderwijs (1188)

De salarissen en salarisschalen in de CAO worden per 1 januari 2025 structureel met 4,9 procent verhoogd. (De loonmutatie is op basis van het principeakkoord, deze tekst is dus nog niet vastgelegd in een CAO).


Toneel en Dans (1577)

Per 1 januari 2025 worden de salarissen verhoogd met 3,5 procent.



Loonmutaties juni 2025:


Afbouw (0254)

Verhogingen per 1 februari 2025: De loonsverhoging per 1 februari 2025 wordt vóór of uiterlijk op 1 december 2024 door partijen bij deze cao bekendgemaakt. De stijging van de uurlonen voor de periode per 1 februari 2025 wordt gekoppeld aan de verhoging van de CBS consumentenprijsindexcijfer (reeks voor alle huishoudens, afgeleid oktober 2023 – oktober 2024) en is minimaal 2% en maximaal 4%. De loonsverhoging per 1 februari 2025 geldt niet voor het leerlingenloon BBL. (AVV bij besluit dd 23-05-2024)

De loonsverhoging is 2,6% volgens de CBS consumentenprijsindexcijfer afgeleid oktober 2023 – oktober 2024.


Nederlandse Orkesten (4088)

Met ingang van 1 februari 2025 worden de salarisschalen (geldend per 1 augustus 2024) verhoogd met 2%.


Zelfstandige Klinieken Nederland (3688)

Met ingang van 1 februari 2025 worden van het salarisgebouw de bedragen van de IP-nummers 9 tot en met 100 en de salarissen van de werknemers verhoogd met 2,5 procent.

Naar boven


Meer weten over dit onderwerp? Neem contact op via onderstaande knop

Contact
August 20, 2025
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over zijn voornemen om sectorale uitzendverboden mogelijk te maken. Dit betekent dat in specifieke sectoren het inzetten van uitzendkrachten verboden kan worden. Het voorstel is onderdeel van bredere plannen om misstanden in de uitzendbranche aan te pakken en de positie van werkenden te versterken. Aanleiding voor een sectoraal uitzendverbod De minister ziet dat in bepaalde sectoren structureel misbruik wordt gemaakt van uitzendconstructies. Denk aan situaties waarin uitzendwerk wordt ingezet om cao-afspraken te omzeilen, arbeidsvoorwaarden te verslechteren of om concurrentie op arbeidskosten te creëren. In zulke gevallen draagt uitzendarbeid, volgens de minister, niet bij aan flexibiliteit of instroom op de arbeidsmarkt, maar juist aan ondermijning van arbeidsverhoudingen. Met een sectoraal uitzendverbod wil de minister ingrijpen als uitzendwerk niet langer een legitiem doel dient. Het gaat dus niet om een algemeen verbod op uitzendarbeid, maar om gerichte maatregelen in sectoren waar structurele misstanden zijn vastgesteld. Praktische vormgeving Het kabinet onderzoekt momenteel hoe een dergelijk verbod juridisch en praktisch vormgegeven kan worden. Daarbij wordt gekeken naar bestaande wetgeving, zoals de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi), en naar de mogelijkheden om via algemene maatregelen van bestuur (AMvB) sectoren aan te wijzen waarin uitzendarbeid verboden wordt. Ook wordt bekeken hoe dit verbod zich verhoudt tot Europese regelgeving en het vrij verkeer van diensten. De minister benadrukt dat het verbod alleen zal gelden in sectoren waar sprake is van aantoonbare misstanden en dat het zorgvuldig zal worden onderbouwd. Gevolgen voor de praktijk Bij de voorbereiding van het uitzendverbod wordt verwacht dat dit middel voor meerdere sectoren ingezet zou kunnen worden. Gedacht wordt daarbij aan de sectoren schoonmaak, vlees, transport en glastuinbouw. Als je actief bent in een sector die mogelijk onder het verbod gaat vallen, kan dit grote gevolgen hebben voor je bedrijfsvoering. Het is belangrijk om nu al alert te zijn op signalen uit de sector en om je dienstverlening zo in te richten dat deze voldoet aan de geldende normen en cao-afspraken. Voor uitzendondernemers in andere sectoren is dit een moment om te laten zien dat uitzendarbeid op een verantwoorde en legitieme manier wordt ingezet. Transparantie, naleving van cao’s en goede arbeidsvoorwaarden zijn daarbij essentieel.  Als je naar aanleiding van bovenstaande informatie vragen hebt, kun je contact opnemen met je contactpersoon bij Florys. Je kunt ook bellen met ons algemene nummer 0184-208208 of een e-mail sturen naar info@florys.nl .
August 20, 2025
Het kabinet wil kleine en middelgrote werkgevers meer ruimte geven bij de re-integratie van zieke werknemers. Een nieuw wetsvoorstel maakt het mogelijk om na het eerste ziektejaar te stoppen met re-integratie in het eigen bedrijf (eerste spoor) en de focus volledig te verleggen naar re-integratie bij een andere werkgever (tweede spoor). Recent publiceerde de Raad van State haar advies over dit wetsvoorstel. In dit bericht informeren we je daarover. Hoofdlijnen wetsvoorstel Volgens het wetsvoorstel mogen kleine en middelgrote werkgevers – onder voorwaarden – na het eerste ziektejaar stoppen met re-integratie in het eigen bedrijf. De re-integratie-inspanningen worden dan volledig gericht op het tweede spoor: passend werk bij een andere werkgever. Dit kan alleen met instemming van de werknemer of met toestemming van het UWV. Als het eerste spoor wordt afgesloten, hoeft de werkgever de functie van de zieke werknemer niet langer beschikbaar te houden. Herstelt de werknemer in het tweede jaar volledig, dan mag hij niet worden ontslagen zolang hij zijn oude werk niet hervat. De werkgever moet dan het volledige loon doorbetalen. Na twee jaar kan de werkgever wel een beroep doen op een nieuwe ontslaggrond. Aanleiding wetsvoorstel Vooral kleine werkgevers ervaren de huidige verplichtingen bij ziekte als zwaar. Twee jaar loondoorbetaling en re-integratieverplichtingen vormen drempels voor het aanbieden van vaste contracten. Door eerder duidelijkheid te geven over het re-integratietraject, kunnen werkgevers sneller schakelen en vacatures invullen. Dit zou de drempel voor het aannemen van personeel moeten verlagen. Kritiek van de Raad van State De Raad van State is kritisch op het wetsvoorstel. De voorgestelde wijziging biedt volgens haar slechts beperkte verlichting. De financiële verplichtingen blijven grotendeels bestaan, en het risico bestaat dat re-integratiekansen van werknemers juist afnemen. Re-integratie in het eerste spoor is namelijk vaak succesvoller dan in het tweede spoor. Ook verwacht de Raad dat het UWV fors meer werk krijgt, terwijl daar nu al grote achterstanden zijn. Gevolgen voor het UWV en de WIA Het UWV moet extra beoordelingen uitvoeren, wat de druk op de organisatie verder vergroot. Tegelijkertijd wordt de toetsing van het eerste spoor bij een WIA-aanvraag beperkt of zelfs overgeslagen. Dit kan leiden tot een hogere instroom in de WIA, zeker als werkgevers en werknemers strategisch omgaan met de nieuwe regels. Nieuwe ontslaggrond en compensatie Het wetsvoorstel introduceert een nieuwe ontslaggrond voor situaties waarin het eerste spoor is afgesloten. Kleine werkgevers kunnen in dat geval aanspraak maken op compensatie van de transitievergoeding. Voor middelgrote werkgevers is dit onzeker, omdat er een ander wetsvoorstel in voorbereiding is dat deze compensatie voor hen mogelijk uitsluit. Als je naar aanleiding van bovenstaande informatie vragen hebt, kun je contact opnemen met je contactpersoon bij Florys. Je kunt ook bellen met ons algemene nummer 0184-208208 of een e-mail sturen naar info@florys.nl .