Loonmutaties september 2024

August 16, 2024

Bekijk hier de loonmutaties voor de maand september 2024.


Nagekomen wijzigingen voorgaande maanden:


Woondiensten (0833):

Het individuele salaris van medewerkers wordt per 1 januari 2024 verhoogd met 10%. 


Dibevo NPMB-VMN (1462):

De stijging van de schaalbedragen voor 2024 bedraagt 5%. 

 

Waterbouw (0080):

De lonen worden per 1 april 2024 met 5% verhoogd. 


Grondstoffen Energie en Omgeving (1471): 

Per 1 april 2024: verhoging van het schaalsalaris met 5,5%. 

Per 1 april 2024: verhoging van het minimumuurloon naar € 15,-. 

 

Metalektro (0487):

Het feitelijke salaris wordt verhoogd met 2,75% per 1 juni 2024, met een minimum van 74,43 euro. 

De werkgever houdt in de maanden juni, juli en augustus 2024 € 60 en in de maanden september, oktober, november en december 2024 € 50 (bij een voltijddienstverband) minder pensioenpremie in bij de werknemer. De werkgever neemt de betaling van dit deel van de pensioenpremie over. 

Als de werknemerspremie lager is dan € 60 respectievelijk € 50 per maand (bij een voltijddienstverband) dan wordt vanaf 1 juni 2024 tot en met 31 december 2024 een bedrag van € 60 respectievelijk € 50 bruto per maand (bij een voltijddienstverband) als een eenmalige uitkering uitbetaald. 


De korting op de werknemersbijdrage in de pensioenpremie (onder a) of de eenmalige uitkering (onder b) wordt toegekend aan de werknemer die op 1 juni 2024 in dienst is of daarna in dienst komt van de werkgever. 


Vanaf 1 januari 2025 vervalt deze uitkering. 

 

Zuivelindustrie (0157):

Per 1 april 2024 worden de salarissen verhoogd met 2 procent. 

Per 1 juli 2024 worden de salarissen verhoogd met 1 procent. 

 

Zuivelindustrie Hoger personeel (0563): 

De salarisschalen worden verhoogd volgens de regeling die geldt op ondernemingsniveau. Heeft de onderneming hiervoor geen regeling, dan worden de salarisschalen verhoogd met 2% per 1 april 2024 en met 1% per 1 juli 2024. 


Papierindustrie (0776): 

Per 1 april 2024 worden de salarissen verhoogd met 4,5 procent.




Loonmutaties september 2024:


Afbouw (0254):

Verhogingen per 1 september 2024: Voor volwassen werknemers vanaf 21 jaar geldt een verhoging met een bedrag van € 150,00 per maand. Voor jeugdige werknemers tot en met 20 jaar geldt per maand een verhoging met een bedrag van € 150,00 vermenigvuldigd met het jeugdstaffelpercentage. De loonsverhoging per 1 september 2024 geldt niet voor het leerlingenloon BBL. (AVV bij besluit dd 23-05-2024) 


Banden- en wielenbranche (0465):

De salarisschalen in deze cao en de werkelijk betaalde salarissen gaan per 1 september 2024 omhoog met 2%. 


Kunsteducatie (0429): 

De lonen en loonschalen worden structureel verhoogd per 1 september 2024 met 3%. (AVV bij besluit dd 05-03-2024) 


Onderzoekinstellingen (1535):

De bedragen in de salarisschalen worden per 1 september 2024 structureel verhoogd met 3,7%. 


Onderzoekinstellingen (1535):

Een éénmalige uitkering van 150 euro bruto voor iedere werknemer die op 1 september 2024 in dienst is. Deze uitkering is naar rato van de omvang van het dienstverband en naar rato van het aantal maanden dat de werknemer in dienst is vanaf 1 juli 2024 tot en met 31 augustus 2024. 


Technische groothandel (0730):

Uiterlijk 30 september 2024 ontvangen alle werknemers een eenmalige bruto uitkering van € 500. (AVV bij besluit dd 10-06-2024) 


Uitvaartbranche (3768): 

Er wordt in september 2024 aan werknemers met een functie in functieniveau I t/m III (functiematrix cao) een eenmalige uitkering verstrekt van 1,17% van het bruto jaarsalaris. (De loonmutatie is op basis van het principeakkoord, deze tekst is dus nog niet vastgelegd in een CAO). 


 Bron: CAO Net


Meer weten over dit onderwerp? Neem contact op via onderstaande knop

Contact
August 20, 2025
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over zijn voornemen om sectorale uitzendverboden mogelijk te maken. Dit betekent dat in specifieke sectoren het inzetten van uitzendkrachten verboden kan worden. Het voorstel is onderdeel van bredere plannen om misstanden in de uitzendbranche aan te pakken en de positie van werkenden te versterken. Aanleiding voor een sectoraal uitzendverbod De minister ziet dat in bepaalde sectoren structureel misbruik wordt gemaakt van uitzendconstructies. Denk aan situaties waarin uitzendwerk wordt ingezet om cao-afspraken te omzeilen, arbeidsvoorwaarden te verslechteren of om concurrentie op arbeidskosten te creëren. In zulke gevallen draagt uitzendarbeid, volgens de minister, niet bij aan flexibiliteit of instroom op de arbeidsmarkt, maar juist aan ondermijning van arbeidsverhoudingen. Met een sectoraal uitzendverbod wil de minister ingrijpen als uitzendwerk niet langer een legitiem doel dient. Het gaat dus niet om een algemeen verbod op uitzendarbeid, maar om gerichte maatregelen in sectoren waar structurele misstanden zijn vastgesteld. Praktische vormgeving Het kabinet onderzoekt momenteel hoe een dergelijk verbod juridisch en praktisch vormgegeven kan worden. Daarbij wordt gekeken naar bestaande wetgeving, zoals de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi), en naar de mogelijkheden om via algemene maatregelen van bestuur (AMvB) sectoren aan te wijzen waarin uitzendarbeid verboden wordt. Ook wordt bekeken hoe dit verbod zich verhoudt tot Europese regelgeving en het vrij verkeer van diensten. De minister benadrukt dat het verbod alleen zal gelden in sectoren waar sprake is van aantoonbare misstanden en dat het zorgvuldig zal worden onderbouwd. Gevolgen voor de praktijk Bij de voorbereiding van het uitzendverbod wordt verwacht dat dit middel voor meerdere sectoren ingezet zou kunnen worden. Gedacht wordt daarbij aan de sectoren schoonmaak, vlees, transport en glastuinbouw. Als je actief bent in een sector die mogelijk onder het verbod gaat vallen, kan dit grote gevolgen hebben voor je bedrijfsvoering. Het is belangrijk om nu al alert te zijn op signalen uit de sector en om je dienstverlening zo in te richten dat deze voldoet aan de geldende normen en cao-afspraken. Voor uitzendondernemers in andere sectoren is dit een moment om te laten zien dat uitzendarbeid op een verantwoorde en legitieme manier wordt ingezet. Transparantie, naleving van cao’s en goede arbeidsvoorwaarden zijn daarbij essentieel.  Als je naar aanleiding van bovenstaande informatie vragen hebt, kun je contact opnemen met je contactpersoon bij Florys. Je kunt ook bellen met ons algemene nummer 0184-208208 of een e-mail sturen naar info@florys.nl .
August 20, 2025
Het kabinet wil kleine en middelgrote werkgevers meer ruimte geven bij de re-integratie van zieke werknemers. Een nieuw wetsvoorstel maakt het mogelijk om na het eerste ziektejaar te stoppen met re-integratie in het eigen bedrijf (eerste spoor) en de focus volledig te verleggen naar re-integratie bij een andere werkgever (tweede spoor). Recent publiceerde de Raad van State haar advies over dit wetsvoorstel. In dit bericht informeren we je daarover. Hoofdlijnen wetsvoorstel Volgens het wetsvoorstel mogen kleine en middelgrote werkgevers – onder voorwaarden – na het eerste ziektejaar stoppen met re-integratie in het eigen bedrijf. De re-integratie-inspanningen worden dan volledig gericht op het tweede spoor: passend werk bij een andere werkgever. Dit kan alleen met instemming van de werknemer of met toestemming van het UWV. Als het eerste spoor wordt afgesloten, hoeft de werkgever de functie van de zieke werknemer niet langer beschikbaar te houden. Herstelt de werknemer in het tweede jaar volledig, dan mag hij niet worden ontslagen zolang hij zijn oude werk niet hervat. De werkgever moet dan het volledige loon doorbetalen. Na twee jaar kan de werkgever wel een beroep doen op een nieuwe ontslaggrond. Aanleiding wetsvoorstel Vooral kleine werkgevers ervaren de huidige verplichtingen bij ziekte als zwaar. Twee jaar loondoorbetaling en re-integratieverplichtingen vormen drempels voor het aanbieden van vaste contracten. Door eerder duidelijkheid te geven over het re-integratietraject, kunnen werkgevers sneller schakelen en vacatures invullen. Dit zou de drempel voor het aannemen van personeel moeten verlagen. Kritiek van de Raad van State De Raad van State is kritisch op het wetsvoorstel. De voorgestelde wijziging biedt volgens haar slechts beperkte verlichting. De financiële verplichtingen blijven grotendeels bestaan, en het risico bestaat dat re-integratiekansen van werknemers juist afnemen. Re-integratie in het eerste spoor is namelijk vaak succesvoller dan in het tweede spoor. Ook verwacht de Raad dat het UWV fors meer werk krijgt, terwijl daar nu al grote achterstanden zijn. Gevolgen voor het UWV en de WIA Het UWV moet extra beoordelingen uitvoeren, wat de druk op de organisatie verder vergroot. Tegelijkertijd wordt de toetsing van het eerste spoor bij een WIA-aanvraag beperkt of zelfs overgeslagen. Dit kan leiden tot een hogere instroom in de WIA, zeker als werkgevers en werknemers strategisch omgaan met de nieuwe regels. Nieuwe ontslaggrond en compensatie Het wetsvoorstel introduceert een nieuwe ontslaggrond voor situaties waarin het eerste spoor is afgesloten. Kleine werkgevers kunnen in dat geval aanspraak maken op compensatie van de transitievergoeding. Voor middelgrote werkgevers is dit onzeker, omdat er een ander wetsvoorstel in voorbereiding is dat deze compensatie voor hen mogelijk uitsluit. Als je naar aanleiding van bovenstaande informatie vragen hebt, kun je contact opnemen met je contactpersoon bij Florys. Je kunt ook bellen met ons algemene nummer 0184-208208 of een e-mail sturen naar info@florys.nl .