Tijdelijkheid van uitzenden
Afgelopen maart informeerden we je over het voornemen van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om een maximale termijn voor het sluiten van een uitzendovereenkomst bij dezelfde inlener vast te leggen. In vervolg daarop informeren we je in dit bericht over een advies van de Advocaat-Generaal (AG) aan de Hoge Raad over hetzelfde onderwerp.
Beschrijving van de casus
Het advies van de AG heeft betrekking op de volgende casus. Een werknemer heeft bijna dertien jaar onafgebroken als uitzendkracht gewerkt voor Upfield (voorheen Unilever) op basis van opeenvolgende uitzendovereenkomsten. In 2022 eindigde het uitzendwerk omdat de productieafdeling van Upfield werd gesloten. Werknemer heeft herhaaldelijk gevraagd om een vast dienstverband, maar dit werd steeds geweigerd door Upfield en Unilever. Werknemer stelt dat zijn werk allang niet meer tijdelijk was en dat Upfield misbruik heeft gemaakt van de uitzendconstructie. Hij vordert daarom een arbeidsovereenkomst met Upfield en vraagt om verschillende vergoedingen. Zowel de rechtbank als het gerechtshof hebben deze verzoeken afgewezen, omdat Upfield een objectieve verklaring had voor het gebruik van de uitzendovereenkomst: de behoefte aan een flexibele schil. Tegen de afwijzende uitspraak van het gerechtshof stelt de werknemer cassatie in bij de Hoge Raad. Voordat de Hoge Raad uitspraak doet, geeft de AG een advies.
Advies AG
Volgens de AG slaagt het cassatieberoep en kan de uitspraak van het gerechtshof niet in stand blijven. De Nederlandse wet kent geen maximumtermijn voor uitzendwerk bij dezelfde inlener, maar de Europese Uitzendrichtlijn stelt dat uitzendkrachten tijdelijk voor een inlener werken. Tijdelijkheid is een kenmerkend aspect van uitzendwerk. Lidstaten moeten maatregelen nemen om misbruik te voorkomen, zoals het omzeilen van de Uitzendrichtlijn door achtereenvolgende opdrachten. Uitzendarbeid bij dezelfde inlenende onderneming mag geen permanente situatie worden. Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft een toetsingskader ontwikkeld: als de duur van de activiteit bij de inlener langer is dan redelijkerwijs als tijdelijk kan worden aangemerkt, kan dat een aanwijzing zijn voor misbruik. De nationale rechter moet zich ervan vergewissen dat er geen misbruik is als er geen objectieve verklaring is voor het gebruik van achtereenvolgende uitzendovereenkomsten.
In deze zaak stelt het hof dat de periode van bijna dertien jaar langer is dan redelijkerwijs als tijdelijk kan worden aangemerkt, wat een aanwijzing is voor misbruik van de uitzendovereenkomst. Het hof oordeelt echter dat er geen sprake is van misbruik omdat Upfield behoefte heeft aan een flexibele schil, maar dit argument is volgens de AG niet steekhoudend. Ook de overige argumenten van het hof acht de AG niet steekhoudend. De AG adviseert de Hoge Raad om de argumenten van de werknemer over te nemen en vast te stellen dat Upfield geen objectieve verklaring had voor het jarenlange gebruik van de uitzendovereenkomst.
Uitspraak Hoge Raad
De uitspraak van de Hoge Raad wordt na de zomer verwacht. Het ligt in de lijn der verwachting dat de minister zijn aangekondigde brief aan de Tweede Kamer over zijn vervolgstappen pas zal versturen nadat de Hoge Raad in deze zaak uitspraak heeft gedaan.
Als je naar aanleiding van bovenstaande informatie vragen hebt, kun je contact opnemen met je contactpersoon bij Florys. Je kunt ook bellen met ons algemene nummer 0184-208208 of een e-mail sturen naar info@florys.nl.
Meer weten over dit onderwerp? Neem contact op via onderstaande knop

