Wetsvoorstel voor meer zekerheid flexwerkers ingediend bij de Tweede Kamer

May 19, 2025

Op 19 mei 2025 heeft de regering het wetsvoorstel ‘Meer zekerheid flexwerkers’ ingediend bij de Tweede Kamer. Dit voorstel heeft als doel om meer zekerheid te bieden aan werknemers met een flexibel arbeidscontract door onder meer gelijke arbeidsvoorwaarden voor uitzendkrachten, strengere regels tegen draaideurconstructies en de vervanging van oproepcontracten door bandbreedtecontracten. 

 

Uitzendkrachten  

Het wetsvoorstel stelt dat uitzendkrachten recht krijgen op minimaal dezelfde arbeidsvoorwaarden als reguliere werknemers. In de nieuwe uitzend-cao, die per 1 januari 2026 van kracht wordt, is hiermee al rekening gehouden. Daarnaast wordt de periode waarin uitzendkrachten, met toepassing van het uitzendbeding, dagelijks ontslagen kunnen worden of onzeker zijn over hun werkuren verkort van anderhalf jaar naar één jaar. Het doel is om hierdoor te zorgen voor meer zekerheid en minder uitbuiting van uitzendkrachten, waaronder arbeidsmigranten. 

 

Draaideurconstructies  

De nieuwe wet beoogt draaideurconstructies tegen te gaan door tijdelijke contracten alleen toe te staan voor tijdelijk werk. Na een tijdelijk contract moeten werknemers sneller een vast dienstverband krijgen. De huidige onderbrekingstermijn van zes maanden tussen tijdelijke contracten wordt verlengd naar vijf jaar, en cao's mogen slechts beperkt uitzonderingen op deze regel maken. 

 

Oproepcontracten  

Oproepcontracten worden vervangen door bandbreedtecontracten, waarin een minimum- en maximumaantal uren wordt afgesproken met een verschil van maximaal 130%. Dit betekent dat bij een minimum van 10 uur het maximum 13 uur is. Werknemers mogen oproepen boven het maximum weigeren, en bij structureel meer werk moet een contract met meer uren worden aangeboden. Jongeren, scholieren en studenten kunnen echter nog steeds op een oproepcontract werken. 

 

Inwerkingtreding  

Na goedkeuring door zowel de Tweede als de Eerste Kamer, zal de wet per 1 januari 2027 in werking treden. Het onderdeel over gelijke beloning voor uitzendkrachten kan al een jaar eerder, op 1 januari 2026, van kracht worden. 

 

Samen met andere wetsvoorstellen vormt dit voorstel een hervorming van de Nederlandse arbeidsmarkt, gericht op meer zekerheid voor werknemers en meer wendbaarheid voor ondernemers. Deze hervormingen zijn gebaseerd op onder meer adviezen van de commissie Borstlap en de SER. 


Als je naar aanleiding van bovenstaande informatie vragen hebt, kun je contact opnemen met je contactpersoon bij Florys. Je kunt ook bellen met ons algemene nummer 0184-208208 of een e-mail sturen naar info@florys.nl.  


Meer weten over dit onderwerp? Neem contact op via onderstaande knop

Contact
May 19, 2025
Zowel de expatregeling als de ET-regeling betreffen fiscale regelingen om buitenlandse werknemers te compenseren voor de extra kosten die zij maken door tijdelijk in Nederland te werken. In dit artikel informeren we je over deze regelingen. Daarbij gaan we in op aandachtspunten bij het gebruik ervan en op aankomende wijzigingen. Expatregeling De expatregeling (ook bekend als de 30%-regeling) is specifiek ontworpen voor werknemers die vanuit het buitenland naar Nederland komen en die over specifieke deskundigheid beschikken die schaars is op de Nederlandse arbeidsmarkt. Deze regeling stelt werkgevers in staat om 30% van het brutosalaris van de werknemer belastingvrij uit te keren als vergoeding voor extraterritoriale kosten, zoals kosten voor dubbele huisvesting en verhuiskosten. Dit resulteert in een aanzienlijk hoger nettoloon voor de werknemer. Bij het toepassen van de expatregeling gelden onder meer de volgende aandachtspunten: De werknemer moet beschikken over specifieke deskundigheid die schaars is op de Nederlandse arbeidsmarkt. De werknemer moet in de 24 maanden voorafgaand aan de tewerkstelling in Nederland meer dan 16 van deze maanden op een afstand van meer dan 150 kilometer van de Nederlandse grens hebben gewoond. De werkgever moet de 30%-regeling schriftelijk aanvragen bij de Belastingdienst. Vanaf 1 januari 2027 wordt de 30%-regeling aangepast naar een 27%-regeling. Dit betekent dat werkgevers vanaf dat moment tot 27% van het brutosalaris belastingvrij kunnen uitkeren. Naast de wijziging van het percentage, worden ook de salarisnormen verhoogd. Vanaf 2027 moet het belastbare salaris minimaal € 50.436 bedragen, en voor werknemers jonger dan 30 jaar met een mastergraad minimaal € 38.338. Voor werknemers die al gebruikmaken van de 30%-regeling, blijft de huidige regeling van kracht tot het einde van de afgesproken periode, maar uiterlijk tot 1 januari 2027. De extraterritoriale kostenregeling (ET-regeling) De ET-regeling is bedoeld om werknemers die tijdelijk in Nederland werken te compenseren voor de extra kosten die zij maken. Deze kosten kunnen onder meer bestaan uit dubbele huisvestingskosten, extra reiskosten en hogere kosten van levensonderhoud. Werkgevers kunnen deze kosten belastingvrij vergoeden, wat resulteert in een hoger nettoloon voor de werknemer zonder dat de totale loonkosten stijgen. De belastingvrije vergoeding voor ET-kosten kan maximaal vijf jaar worden toegepast. Werknemers moeten daadwerkelijk extra kosten maken die verband houden met hun verblijf in Nederland. Deze kosten moeten aantoonbaar zijn en goed worden gedocumenteerd. Alleen bepaalde kosten komen in aanmerking voor de belastingvrije vergoeding, zoals kosten voor dubbele huisvesting, extra reiskosten en hogere kosten van levensonderhoud. Toepassing van de regeling vereist een goede administratie en naleving van de voorwaarden. Fouten kunnen leiden tot aanzienlijke naheffingen en forse boetes van de Belastingdienst. Specifieke regels voor uitzendorganisaties Uitzendorganisaties hebben een convenant gesloten met de Belastingdienst om de toepassing van de ET-regeling te vereenvoudigen. Dit convenant bevat standaarden en voorwaarden waaraan uitzendbureaus moeten voldoen om de ET-regeling correct toe te passen. Correcte toepassing van het convenant leidt tot vereenvoudiging van de bewijspositie van uitzendorganisaties. De ABU- en NBBU-cao’s bevatten specifieke bepalingen over de ET-regeling. Deze cao’s bepalen bijvoorbeeld dat de dubbele kosten alleen uitgeruild mogen worden met het loon van de werknemer. Andere looncomponenten, zoals het vakantiegeld, mogen niet worden uitgeruild. In z’n algemeenheid geldt dat maximaal 30% van het brutoloon mag worden uitgeruild tegen een belastingvrije vergoeding voor ET-kosten. De uitruil van loon tegen een belastingvrije vergoeding moet vooraf worden overeengekomen en vastgelegd in de arbeidsovereenkomst met de uitzendkracht. Het doel hiervan is te zorgen voor transparantie en duidelijkheid voor zowel de werknemer als de werkgever. Afrondend De expatregeling en de ET-regeling bieden aanzienlijke voordelen voor buitenlandse werknemers en hun werkgevers in Nederland. Beide regelingen hebben echter hun eigen aandachtspunten en risico’s. Met de aankomende wijzigingen, waaronder de overgang naar een 27%-regeling, is het belangrijk voor werkgevers en werknemers om goed op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen en hun administratie op orde te hebben. Dit helpt om optimaal gebruik te maken van de regelingen en eventuele problemen te voorkomen. Als je naar aanleiding van bovenstaande informatie vragen hebt, kun je contact opnemen met je contactpersoon bij Florys. Je kunt ook bellen met ons algemene nummer 0184-208208 of een e-mail sturen naar info@florys.nl .
May 16, 2025
Nagekomen wijzigingen voorgaande maanden: Groothandel in Bloembollen (1841) De feitelijke lonen worden op de volgende wijze, in de volgende volgorde en met inachtneming van de rekenregels structureel verhoogd per 1 oktober 2024 procentueel met 4,75%. De feitelijke lonen worden op de volgende wijze, in de volgende volgorde en met inachtneming van de rekenregels structureel verhoogd per 1 oktober 2024 een éénmalige uitkering van € 150,- bruto op basis van een voltijds dienstverband. Uitvaartbranche (3768) Er wordt in september 2024 aan werknemers met een functie in functieniveau I t/m III (functiematrix cao) een eenmalige uitkering verstrekt van 1,17% van het bruto jaarsalaris. De feitelijk betaalde salarissen worden structureel verhoogd met 7% per 1 mei 2024. Voor buitenschaligen is de verhoging van het feitelijk betaalde salaris niet 7% maar 6%. Banken (0632) De schaal- en salarisontwikkeling bedraagt per 1 januari 2025: 4,0 procent. (De loonmutatie is op basis van het principeakkoord, deze tekst is dus nog niet vastgelegd in een CAO). Betonproductenindustrie (0083) Werknemer die op 1 januari 2024 in dienst was en op 1 januari 2025 nog steeds in dienst is ontvangt bij de salarisbetaling van januari 2025 een eenmalige uitkering van € 50 bruto. (De loonmutatie is op basis van het principeakkoord, deze tekst is dus nog niet vastgelegd in een CAO). Betonproductenindustrie (0083) De schaalsalarissen en de feitelijke salarissen worden verhoogd met 3,5% per 1 januari 2025. (De loonmutatie is op basis van het principeakkoord, deze tekst is dus nog niet vastgelegd in een CAO). Dierentuin (3972) De loonschalen behorend bij de functiegroepen I en II worden per 1 januari 2025 samengevoegd tot loonschaal I+II. Het basis- en eindloon van deze loonschaal volgt in 2025 en 2026 de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon (WML). Dit geldt ook voor het feitelijk loon van werknemers in deze functiegroepen. Concreet betekent dit dat het feitelijk loon per 1 januari 2025 met 2,75% stijgen. Functiegroepen III-XI. Per 1 januari 2025 worden de basis- (m.u.v. de basislonen van III-V), eindlonen en het feitelijk loon van de:. o functiegroepen III-VI verhoogd met 2,5%;. o functiegroepen VII -XI verhoogd met 2,0%. De basislonen III-V stijgen met het percentage zoals in de tabel (artikel 6.3) weergegeven. Gespecialiseerde Detailhandel in Bloemen en Planten (0592) Op 1 januari 2025 wordt het loongebouw verhoogd met 4%. (De loonmutatie is op basis van het principeakkoord, deze tekst is dus nog niet vastgelegd in een CAO). Groothandel in Eieren en Eiproducten en de Eiproductenindustrie (1608) Per 1 januari 2025 stijgen de in de CAO opgenomen lonen met gemiddeld 5 procent. Lonen buiten de salarisschalen zullen met 3,5 procent stijgen. (De loonmutatie is op basis van het principeakkoord, deze tekst is dus nog niet vastgelegd in een CAO). Groothandel in Vlakglas - het glasbewerkings- en het glazeniersbedrijf (0199) De salarissen worden per 1 januari 2025 verhoogd met 4 procent, met en maximum van 200 euro bruto op basis van fulltime dienstverband. (De loonmutatie is op basis van het principeakkoord, deze tekst is dus nog niet vastgelegd in een CAO). Hellende daken (3356) Per 1 januari 2025 zal er een loonsverhoging van 3 procent plaatsvinden. De loonsverhoging geldt niet voor de werknemers wiens loon boven de 115 procent van de toepasselijke loonschaal uitkomt. De werknemer heeft deels of geheel recht op de loonsverhoging voor zover het nieuwe loon de 115 procent van de van toepassing zijnde loonschaal niet overschrijdt. (De loonmutatie is op basis van het principeakkoord, deze tekst is dus nog niet vastgelegd in een CAO). Hospitality (0750) Per 1 januari 2025 worden de schaalbedragen en de feitelijk betaalde lonen als volgt verhoogd: Schaal 1 2,75%, Schaal 2 2,75%, Schaal 3 2,5%, Schaal 4 2,5%, Schaal 5 2,5%, Schaal 6 2,5%, Schaal 7 2,5%, Schaal 8 2,5%, Schaal 9 2,5%. Kringloop Nederland (2437) Per 1 jan 2025 wordt het salarisgebouw en daarmee ook de feitelijke salarissen geïndexeerd met 2,75%. Levensmiddelenbedrijf (0316) Zowel de schaallonen als de feitelijke lonen worden verhoogd met 3,5% per 1 januari 2025 dan wel P1 2025. (De loonmutatie is op basis van het principeakkoord, deze tekst is dus nog niet vastgelegd in een CAO). Onderwijs - Voortgezet onderwijs (1188) Degene die op 1 december 2024 in dienst is bij een werkgever krijgt in januari 2025 een eenmalige uitkering toegekend van 1,23 procent. (De loonmutatie is op basis van het principeakkoord, deze tekst is dus nog niet vastgelegd in een CAO). Onderwijs - Voortgezet onderwijs (1188) De salarissen en salarisschalen in de CAO worden per 1 januari 2025 structureel met 4,9 procent verhoogd. (De loonmutatie is op basis van het principeakkoord, deze tekst is dus nog niet vastgelegd in een CAO). Toneel en Dans (1577) Per 1 januari 2025 worden de salarissen verhoogd met 3,5 procent. Loonmutaties juni 2025: Afbouw (0254) Verhogingen per 1 februari 2025: De loonsverhoging per 1 februari 2025 wordt vóór of uiterlijk op 1 december 2024 door partijen bij deze cao bekendgemaakt. De stijging van de uurlonen voor de periode per 1 februari 2025 wordt gekoppeld aan de verhoging van de CBS consumentenprijsindexcijfer (reeks voor alle huishoudens, afgeleid oktober 2023 – oktober 2024) en is minimaal 2% en maximaal 4%. De loonsverhoging per 1 februari 2025 geldt niet voor het leerlingenloon BBL. (AVV bij besluit dd 23-05-2024) De loonsverhoging is 2,6% volgens de CBS consumentenprijsindexcijfer afgeleid oktober 2023 – oktober 2024. Nederlandse Orkesten (4088) Met ingang van 1 februari 2025 worden de salarisschalen (geldend per 1 augustus 2024) verhoogd met 2%. Zelfstandige Klinieken Nederland (3688) Met ingang van 1 februari 2025 worden van het salarisgebouw de bedragen van de IP-nummers 9 tot en met 100 en de salarissen van de werknemers verhoogd met 2,5 procent. Naar boven