Nieuwe regels zzp 2025: hoe zit het met de nieuwe zzp wet voor werkgevers?

October 18, 2024

Vanaf 2025 gaat de Belastingdienst weer handhaven op de inzet van zzp’ers met de nieuwe zzp wet. In de volksmond wordt gesproken over nieuwe zzp regels, maar in feite worden de bestaande regels vanaf 2025 weer gehandhaafd. De nieuwe regels zzp 2025 hebben gevolgen voor zzp’ers, opdrachtgevers en intermediairs. Het wordt belangrijk om te beoordelen of iemand echt als zelfstandige werkt of dat er sprake is van een dienstverband. Florys biedt hierbij advies en helpt je om te voldoen aan de nieuwe zzp regels.


Navigeer naar de juiste informatie:


Handhaving Belastingdienst: handhavingsmoratorium wet dba

De Belastingdienst gaat vanaf 2025 weer controles uitvoeren op de inzet van zzp’ers. In vakjargon: het handhavingsmoratorium wet dba wordt opgeheven. Dat heeft gevolgen voor zzp’ers, opdrachtgevers en intermediairs. Als een schijnzelfstandige toch een werknemer blijkt te zijn heeft dat consequenties voor onder meer de rechtspositie van de werkende, de afdracht van werkgeverspremies en loonheffing en eventuele pensioenopbouw.

Beoordelen arbeidsrelatie

Het wordt dus weer belangrijk om de relatie tussen opdrachtgevers en zzp’ers te beoordelen: wordt er gewerkt op basis van een arbeidsovereenkomst of gaat de werkende als zzp’er aan de slag? Deze vraag moet beantwoord worden aan de hand van de wet en de jurisprudentie. Daarbij is onder meer de uitspraak van de Hoge Raad van 24 maart 2023 in de zaak Deliveroo belangrijk. In die uitspraak worden meerdere gezichtspunten benoemd die van belang zijn bij de beoordeling:


1.     Aard en duur van de werkzaamheden

2.     Wijze waarop de werkzaamheden en werktijden worden bepaald

3.     Inbedding van het werk in de organisatie van de werkverschaffer

4.     Verplichting om het werk persoonlijk uit te voeren

5.     Wijze waarop de onderlinge afspraken tot stand zijn gekomen

6.     Wijze waarop de beloning wordt bepaald en uitgekeerd

7.     Hoogte van de beloning en commercieel risico

8.     Gedrag van de werkende in het economisch verkeer

Wetgeving: Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden

De Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Wet VBAR) moet ervoor zorgen dat het duidelijker wordt hoe arbeidsrelaties beoordeeld moeten worden. Deze wet vbar treedt naar verwachting per 1 januari 2026 in werking en zorgt ervoor dat werknemersindicaties afgewogen moeten worden tegen indicaties die wijzen op zelfstandigheid. 

Dienstverlening intermediairs

Intermediairs die zelfstandigen koppelen aan een opdrachtgever krijgen ook te maken met de gevolgen van de handhaving door de Belastingdienst. Ook intermediairs zullen de arbeidsrelatie tussen opdrachtgevers en zzp’ers moeten gaan toetsen aan de wet.

Dienstverlening Florys

De inzet van zzp’ers blijft in veel gevallen mogelijk. Intermediairs en opdrachtgevers kunnen zich op de nieuwe situatie voorbereiden door hun interne werkwijze en hun overeenkomsten tegen het licht te houden. Florys kan daarbij ondersteunen:

·        Wij informeren je over de gevolgen van het opheffen van het handhavingsmoratorium;

·        Wij adviseren intermediairs over de werkwijzen die je kunt toepassen bij de inzet van zzp’ers bij je opdrachtgevers;

·        Wij adviseren opdrachtgevers over de beoordeling van je arbeidsrelaties met zzp’ers;

·        Wij stellen accurate modelovereenkomsten voor je op. 

Vrijblijvend gesprek met specialist

Contact Us

Douwe de Haan

Telefonisch contact
August 20, 2025
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over zijn voornemen om sectorale uitzendverboden mogelijk te maken. Dit betekent dat in specifieke sectoren het inzetten van uitzendkrachten verboden kan worden. Het voorstel is onderdeel van bredere plannen om misstanden in de uitzendbranche aan te pakken en de positie van werkenden te versterken. Aanleiding voor een sectoraal uitzendverbod De minister ziet dat in bepaalde sectoren structureel misbruik wordt gemaakt van uitzendconstructies. Denk aan situaties waarin uitzendwerk wordt ingezet om cao-afspraken te omzeilen, arbeidsvoorwaarden te verslechteren of om concurrentie op arbeidskosten te creëren. In zulke gevallen draagt uitzendarbeid, volgens de minister, niet bij aan flexibiliteit of instroom op de arbeidsmarkt, maar juist aan ondermijning van arbeidsverhoudingen. Met een sectoraal uitzendverbod wil de minister ingrijpen als uitzendwerk niet langer een legitiem doel dient. Het gaat dus niet om een algemeen verbod op uitzendarbeid, maar om gerichte maatregelen in sectoren waar structurele misstanden zijn vastgesteld. Praktische vormgeving Het kabinet onderzoekt momenteel hoe een dergelijk verbod juridisch en praktisch vormgegeven kan worden. Daarbij wordt gekeken naar bestaande wetgeving, zoals de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi), en naar de mogelijkheden om via algemene maatregelen van bestuur (AMvB) sectoren aan te wijzen waarin uitzendarbeid verboden wordt. Ook wordt bekeken hoe dit verbod zich verhoudt tot Europese regelgeving en het vrij verkeer van diensten. De minister benadrukt dat het verbod alleen zal gelden in sectoren waar sprake is van aantoonbare misstanden en dat het zorgvuldig zal worden onderbouwd. Gevolgen voor de praktijk Bij de voorbereiding van het uitzendverbod wordt verwacht dat dit middel voor meerdere sectoren ingezet zou kunnen worden. Gedacht wordt daarbij aan de sectoren schoonmaak, vlees, transport en glastuinbouw. Als je actief bent in een sector die mogelijk onder het verbod gaat vallen, kan dit grote gevolgen hebben voor je bedrijfsvoering. Het is belangrijk om nu al alert te zijn op signalen uit de sector en om je dienstverlening zo in te richten dat deze voldoet aan de geldende normen en cao-afspraken. Voor uitzendondernemers in andere sectoren is dit een moment om te laten zien dat uitzendarbeid op een verantwoorde en legitieme manier wordt ingezet. Transparantie, naleving van cao’s en goede arbeidsvoorwaarden zijn daarbij essentieel.  Als je naar aanleiding van bovenstaande informatie vragen hebt, kun je contact opnemen met je contactpersoon bij Florys. Je kunt ook bellen met ons algemene nummer 0184-208208 of een e-mail sturen naar info@florys.nl .
August 20, 2025
Het kabinet wil kleine en middelgrote werkgevers meer ruimte geven bij de re-integratie van zieke werknemers. Een nieuw wetsvoorstel maakt het mogelijk om na het eerste ziektejaar te stoppen met re-integratie in het eigen bedrijf (eerste spoor) en de focus volledig te verleggen naar re-integratie bij een andere werkgever (tweede spoor). Recent publiceerde de Raad van State haar advies over dit wetsvoorstel. In dit bericht informeren we je daarover. Hoofdlijnen wetsvoorstel Volgens het wetsvoorstel mogen kleine en middelgrote werkgevers – onder voorwaarden – na het eerste ziektejaar stoppen met re-integratie in het eigen bedrijf. De re-integratie-inspanningen worden dan volledig gericht op het tweede spoor: passend werk bij een andere werkgever. Dit kan alleen met instemming van de werknemer of met toestemming van het UWV. Als het eerste spoor wordt afgesloten, hoeft de werkgever de functie van de zieke werknemer niet langer beschikbaar te houden. Herstelt de werknemer in het tweede jaar volledig, dan mag hij niet worden ontslagen zolang hij zijn oude werk niet hervat. De werkgever moet dan het volledige loon doorbetalen. Na twee jaar kan de werkgever wel een beroep doen op een nieuwe ontslaggrond. Aanleiding wetsvoorstel Vooral kleine werkgevers ervaren de huidige verplichtingen bij ziekte als zwaar. Twee jaar loondoorbetaling en re-integratieverplichtingen vormen drempels voor het aanbieden van vaste contracten. Door eerder duidelijkheid te geven over het re-integratietraject, kunnen werkgevers sneller schakelen en vacatures invullen. Dit zou de drempel voor het aannemen van personeel moeten verlagen. Kritiek van de Raad van State De Raad van State is kritisch op het wetsvoorstel. De voorgestelde wijziging biedt volgens haar slechts beperkte verlichting. De financiële verplichtingen blijven grotendeels bestaan, en het risico bestaat dat re-integratiekansen van werknemers juist afnemen. Re-integratie in het eerste spoor is namelijk vaak succesvoller dan in het tweede spoor. Ook verwacht de Raad dat het UWV fors meer werk krijgt, terwijl daar nu al grote achterstanden zijn. Gevolgen voor het UWV en de WIA Het UWV moet extra beoordelingen uitvoeren, wat de druk op de organisatie verder vergroot. Tegelijkertijd wordt de toetsing van het eerste spoor bij een WIA-aanvraag beperkt of zelfs overgeslagen. Dit kan leiden tot een hogere instroom in de WIA, zeker als werkgevers en werknemers strategisch omgaan met de nieuwe regels. Nieuwe ontslaggrond en compensatie Het wetsvoorstel introduceert een nieuwe ontslaggrond voor situaties waarin het eerste spoor is afgesloten. Kleine werkgevers kunnen in dat geval aanspraak maken op compensatie van de transitievergoeding. Voor middelgrote werkgevers is dit onzeker, omdat er een ander wetsvoorstel in voorbereiding is dat deze compensatie voor hen mogelijk uitsluit. Als je naar aanleiding van bovenstaande informatie vragen hebt, kun je contact opnemen met je contactpersoon bij Florys. Je kunt ook bellen met ons algemene nummer 0184-208208 of een e-mail sturen naar info@florys.nl .