Douwe de Haan

Arbeidsjurist

In 2023 is commotie ontstaan over onderzoeken die in opdracht van StiPP werden uitgevoerd. Meer in het bijzonder betreft het commotie over onderzoeken naar het pensioenverleden van flexkrachten. In reactie op deze commotie heeft StiPP haar werkwijze aangepast en daarover een nadere toelichting gegeven. Daarover informeren we je in dit bericht.  

Basis- en plusregeling 

Flexkrachten in de uitzendsector komen in aanmerking voor pensioenopbouw bij StiPP. StiPP kent daarvoor twee pensioenregelingen: de basisregeling en de plusregeling. Afhankelijk van het aantal gewerkte weken bouwt de werknemer pensioen op in één van deze twee regelingen. Als een flexkracht in de 26 weken voorafgaand aan de start bij een uitzendorganisatie bij StiPP pensioen heeft opgebouwd (via een andere uitzendwerkgever), moet de nieuwe uitzendwerkgever rekening houden met het reeds opgebouwde pensioen. Dat kan ertoe leiden dat flexkrachten binnen 52 gewerkte weken (of zelfs al vanaf de start) pensioen moeten opbouwen in de plusregeling. In 2023 bleek dat een aanzienlijk aantal uitzendwerkgevers hiermee onvoldoende rekening houdt.  

Werkwijze StiPP in 2023 

In 2023 heeft StiPP onderzoek laten verrichten naar het pensioenverleden van flexkrachten. In reactie op de commotie die de onderzoeken met zich brachten heeft StiPP er in de loop van 2023 voor gekozen de onderzoeken af te schalen. StiPP communiceerde daarover het volgende.  

Werkwijze StiPP in 2024 

Met ingang van 2024 controleert StiPP steekproefsgewijs bij uitzendwerkgevers of werknemers in de (juiste) pensioenregeling deelnemen. Daarbij wordt nadrukkelijk ook beoordeeld of het juiste pensioenverleden wordt toegepast. Als StiPP over 2023 afwijkingen constateert, wordt eerst de mogelijkheid geboden correcties aan te leveren. Als dat niet gebeurt, kan StiPP ambtshalve nota’s en boetes opleggen.  

Mogelijke oplossingen 

Het niet of onjuist toepassen van het pensioenverleden is een veelvoorkomend probleem. Daarvoor zijn meerdere oplossingen denkbaar:  

  1. Bij StiPP kan het pensioenverleden van de werknemer worden opgevraagd. Aandachtspunt daarbij vormt het gegeven dat StiPP geen informatie kan verschaffen over het aantal weken dat een flexkracht gewerkt heeft bij een vorige uitzendwerkgever.  
  2. Om problemen rondom het tijdig opbouwen van pensioen in de plusregeling te voorkomen, kan overwogen worden om alle flexkrachten vanaf de eerste dag in de plusregeling aan te melden. Voor de uitzendwerkgever brengt dat geen extra kosten met zich (voor beide regelingen geldt een werkgeverspremie van 8%). Voor de flexkracht leidt deelname aan de plusregeling tot een lager besteedbaar inkomen, omdat voor de plusregeling een werknemersbijdrage geldt (à 4%). Dat maakt dat flexkrachten in dienen te stemmen met directe deelname aan de plusregeling.  

Vragen naar aanleiding van bovenstaande informatie? Dan kun je contact opnemen met je contactpersoon bij Florys. Natuurlijk kun je ook bellen met ons algemene nummer 0184-208208 of een mail sturen naar info@florys.nl